Behandeling van non-hodgkinlymfoom (NHL)

Behandeling van non-hodgkinlymfoom (NHL)

Chemotherapie

Bij chemotherapie wordt celdeling remmende medicatie toegediend met de bedoeling de kankercellen te vernietigen of hun groei af te remmen. Chemotherapie wordt regelmatig toegepast. Daarna volgt telkens een rustperiode van 3 à 4 weken. Dit noemt men een cyclus. Een behandeling bestaat doorgaans uit 4 tot 6 van deze cycli.

Immuuntherapie & immuunchemotherapie

Immuuntherapie vormt doorgaans een aanvulling op andere behandelingen. Het gaat om verschillende behandelwijzen, waarbij het immuunsysteem van de patiënt wordt gebruikt om kankercellen te elimineren

In de meeste gevallen bestaat de behandeling van NHL uit de combinatie van verschillende medicijnen. Een van de standaardbehandelingen combineert klassieke chemotherapie, waarbij verschillende geneesmiddelen worden toegediend, met een monoklonaal antilichaam of een krachtige antistof die in het laboratorium wordt gemaakt en wordt gegeven aan patiënten die zelf nog geen antistoffen aanmaken wanneer ze in het ziekenhuis belanden. Deze behandeling wordt weleens immuunchemotherapie genoemd.

Doelgerichte therapieën

Bij doelgerichte therapieën, die deel uitmaken van wat men ‘precisiegeneeskunde’ noemt, gaat het om behandelingen die zijn ontwikkeld om de groei of verspreiding van kankercellen te blokkeren. Patiënten krijgen een behandeling op maat die hun kanker raakt op zijn zwakste plek. Medicijnen vallen kankercellen aan door selectief bepaalde belangrijke stappen in hun functioneren te verstoren, of verhinderen de werking van gezonde cellen die kankercellen helpen groeien.

Deze behandelingen zijn niet effectief voor alle lymfomen. Ze werken alleen als er specifieke doelwitten in kankercellen, bijvoorbeeld afwijkingen in bepaalde genen of eiwitten, aanwezig zijn. Alvorens doelgerichte therapieën uit te voeren moet de arts bepalen of het type non-hodgkinlymfoom van de patiënt het doelwit kan zijn van een bepaald medicijn.

Radiotherapie

In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om behandelingen met medicatie aan te vullen met uitwendige radiotherapie. Die wordt meestal toegepast bij patiënten met gelokaliseerde non-hodgkinlymfoom of met bijzonder grote lymfeklieren. Radiotherapie kan ook worden toegepast om pijn te verlichten wanneer de kanker verder gevorderd is.

Het belang van een vertrouwensrelatie met personen die je verzorgen

Aarzel nooit om vragen te stellen aan het zorgteam (artsen, verpleegkundigen…) en herhaal je vragen indien nodig, totdat je een begrijpelijk antwoord krijgt. Probeer in dialoog te gaan met je zorgverleners. Zo kun je samen in vertrouwen de best mogelijke beslissingen nemen.