Ieder jaar krijgen ongeveer 600 vrouwen in België baarmoederhalskanker. Dankzij screening kunnen voorstadia van baarmoederhalskanker vroeg worden ontdekt, en die voorstadia zijn goed te behandelen. Door screening kun je baarmoederhalskanker dus voorkomen. Dit is een eenvoudige en pijnloze test, uitgevoerd door een huisdokter of gynaecoloog. Alle vrouwen zouden zich systematisch op deze kanker moeten laten onderzoeken vanaf hun 25e tot hun 65e.
Om voor baarmoederhalskanker te screenen wordt een uitstrijkje gedaan. Vervolgens onderzoekt het labo de resultaten daarvan. Als de screening verdacht is, moet je in de meeste gevallen nog een andere test doen om uit te maken of het vals alarm is, of baarmoederhalskanker.
Dit is een eenvoudige en pijnloze test, uitgevoerd door een huisarts of gynaecoloog. Ben je nerveus? Spreek erover met je arts, dan kan zij je geruststellen en zal het onderzoek makkelijker verlopen.
Tijdens het onderzoek plaatst de arts voorzichtig een speculum in de vagina om toegang te krijgen tot de baarmoederhals. Een speculum is een plastiek of metaal medisch instrument dat vagina wijd open moet houden. De dokter strijkt met een klein borsteltje voorzichtig over het oppervlak van de baarmoederhals. Door die beweging blijven er cellen aan het borsteltje hangen. Die cellen worden vervolgens onderzocht in het labo.
Als er een afwijking wordt gevonden bij de cytologietest, zal er automatisch op hetzelfde uitstrijkje ook een HPV-typering gebeuren.
Een screening met de cytologietest wordt ééns om de 3 jaar terugbetaald.
Hoewel de HPV-test beter is in het opsporen van deze kanker, wordt die test niet terugbetaald (tenzij er eerst een cytologietest werd gedaan die afwijkingen vertoont). Je zult er daarom zelf een rekening voor ontvangen tussen de 10 en 50 euro (het labo bepaalt zelf de exacte prijs).
Nochtans wordt dit type screening al jaren door de Wereldgezondheidsorganisatie aangeraden, en meer recent ook door het Belgische Kenniscentrum. Veel andere Europese landen betalen deze screening wel al terug (bv Polen, Zweden, Nederland, Verenigd Koninkrijk).
Stichting tegen Kanker vraagt daarom met aandrang dat onze overheden gaan samenzitten zodat terugbetaling geregeld kan worden.
Elke vrouw zou een uitstrijkje van de baarmoederhals moeten laten uitvoeren vanaf de leeftijd van 25 jaar tot de leeftijd van 65 jaar. Na 65 jaar is het risico op baarmoederhalskanker zo klein geworden dat het uitstrijkje geen zin meer heeft, tenzij er eerder afwijkingen werden vastgesteld.
Deze opsporing blijft noodzakelijk, ook bij vrouwen die werden gevaccineerd tegen de papillomavirussen (HPV) omdat vaccinatie geen 100 procent bescherming biedt.
De regelmaat van dit onderzoek is afhankelijk van het type test dat op het uitstrijkje gedaan wordt, en van het resultaat van het vorige uitstrijkje.
Als men de HPV-test gebruikt en het vorige uitstrijkje normaal was, dan moet het volgende uitstrijkje na 5 jaar gedaan.
Als men de cytologietest gebruikt, gebruikt en het vorige uitstrijkje normaal was, dan moet het volgende uitstrijkje na 3 jaar gedaan.
Na een verdacht uitstrijkje zal men het volgende uitstrijkje al na een kortere periode doen.
In Vlaanderen is er een officieel opsporingsprogramma, vrouwen van 25 tm 64 jaar ontvangen een uitnodigingsbrief als ze zich de afgelopen 3 jaar niet hebben laten screenen op eigen initiatief of initiatief van hun arts. In Wallonië is er geen officieel programma maar wel sensibiliseringscampagnes en begint men met een pilootproject.
Voor een diagnose van baarmoederhalskanker moet wat verdacht weefsel worden weggenomen (biopsie) uit de baarmoederhals. Dit gebeurt tijdens een zogenaamde colposcopie.
Een colposcoop is een soort van microscoop met binoculaire loep die voldoende vergroot om de wanden van de vagina en de baarmoederhals uitvoerig te kunnen onderzoeken. Tijdens dit onderzoek bestrijkt de dokter de baarmoederhals met speciale kleurstoffen (azijnzuur en een oplossing op basis van jodium). Aangezien abnormale cellen die kleurstoffen opnemen, kan de dokter ze beter zien.
Met een speciaal tangetje, een biotoom genoemd, neemt de dokter vervolgens stukjes weefsel weg voor een microscopisch onderzoek. Eventuele gevonden afwijkingen worden geïnventariseerd volgens een internationale classificatie (de classificatie van Bethesda): CIN 1, 2 of 3.
CIN is de afkorting van 'Cervical Intra-epithelial Neoplasia' (cervicale intra-epitheliale neoplasie) of, met andere woorden, kankerweefsel dat zich nog niet heeft verspreid buiten de laag van de baarmoederhals waar het ontstaan is.
Klik hier voor meer informatie over het vaccin tegen baarmoederhalskank
Laatst aangepast op: 9/06/2021