Systematische opsporing baarmoederkanker
Bij baarmoederkanker (endometriumkanker) worden geen onderzoeken voor systematische opsporing aangeboden.
Opsporing bij de risicogroepen
In geval van een verhoogd risico kan men voorstellen om de persoon specifiek te monitoren. Deze monitoring is gericht op:
- vrouwen in de menopauze, die al lange tijd oestrogenen innemen (hormonale substitutietherapie);
- zwaarlijvige vrouwen in de menopauze, vooral als er een familiale voorgeschiedenis is van endometrium-, borst-, eierstok- of dikkedarmkanker;
- vrouwen die na 52 jaar in de menopauze zijn gekomen;
- vrouwen in de premenopauze, met bepaalde ovulatieproblemen (bijvoorbeeld het micropolycystisch ovariumsyndroom).
Voor de opsporing bij risicovrouwen kunnen dokters twee methodes gebruiken:
- de transvaginale echografie (waarmee de dikte van het endometriumslijmvlies kan worden ingeschat)
- de endometriumbiopsie
Als de resultaten doen vermoeden dat er sprake is van baarmoederkanker, zal de dokter beslissen om een hysteroscopie (het onderzoeken van de baarmoeder met een optisch buisje) en een biopsiecurettage uit te voeren.
En het baarmoederhalsuitstrijkje?
Het uitstrijkje dat wordt gebruikt voor de opsporing van baarmoederhalskanker is niet geschikt als opsporingstest voor endometriumkanker. Slechts 50 % van de vrouwen met deze vorm van baarmoederkanker vertoont immers een abnormaal uitstrijkje (de aanwezigheid van kwaadaardige endometriumcellen).
De aanwezigheid van normale endometriumcellen in het uitstrijkje van een vrouw in de menopauze zal daarentegen wel de aandacht van de dokter trekken. Die normale endometriumcellen kunnen namelijk te maken hebben met een overdreven woekering van het endometrium (precancereus stadium) en met kanker. Als die endometriumcellen atypisch zijn, is er een groter risico dat de patiënt kanker heeft.
Onderzoeken voor de diagnose
Dankzij de vroegtijdige symptomen in de vorm van bloedingen (buiten de menstruatie of na de menopauze) of een abnormaal overvloedige menstruatie wordt endometriumkanker vaak in een beginstadium vastgesteld.
De diagnose van deze baarmoederkanker berust op verschillende onderzoeken:
- Het nemen van een staal via een biopsie of uitstrijkje van het endometrium tijdens het doktersbezoek.
- Het nemen van een staal via een hysteroscopie: als er een vermoeden is van baarmoederkanker, kan men met dit onderzoek, uitgevoerd onder algemene verdoving, in de baarmoeder kijken met een optische 'kabel' en een biopsie doen in abnormale zones. Soms is het nemen van stalen onmogelijk omdat de baarmoederhals is afgesloten. De patiënt moet dan in slaap worden gedaan om na verwijding van de baarmoederhals een curettage uit te voeren.
- Echografie van de baarmoeder om het volume van de baarmoeder, de dikte van haar wanden en het uitzicht van het endometrium in kaart te brengen.
- MRI (beeldvorming door magnetische resonantie) om doorsnedebeelden te maken en de geanalyseerde structuur in drie dimensies te reconstrueren. Ze kan de diagnose in bepaalde gevallen sturen en inzicht scheppen in de uitbreiding van de tumor.
Endometriumkanker wordt soms ook toevallig ontdekt:
- na een hysterectomie om een andere reden
- naast een andere kanker, zoals eierstokkanker
- in het geval van micropolycystische eierstokken bij vrouwen jonger dan 30 jaar
Laatst aangepast op: 17/11/2017