Het is onmogelijk om precieze oorzaken aan blaaskanker te koppelen. We zijn wel op de hoogte van risicofactoren die de kans op de ziekte vergroten.
Dit is de grootste risicofactor. Tabak zou verantwoordelijk zijn voor 30 tot 40 % van de blaaskankers.
Stoffen zoals beta-naftylamine, benzidine en aniline kunnen ook een rol spelen. Een langdurige blootstelling door de uitoefening van een beroep (fabrieken die verf, textiel, kleurstoffen voor textiel, rubber, plastic materialen enz. maken) verhoogt het risico op blaaskanker.
Bepaalde chemotherapieën die toegepast worden bij de behandeling van andere kankers verhogen het risico dat zich later blaaskanker voordoet.
In bepaalde delen van de wereld is er door de aanwezigheid van kleine hoeveelheden arsenicum in het drinkwater een verhoogd risico.
Bepaalde vormen van blaaskanker hebben genetische oorzaken. De erfelijke vorm duikt vooral op in combinatie met darmtumoren (syndroom van Lynch). Er bestaat mogelijk ook een zeldzame vorm van erfelijke blaaskanker die al dan niet iets heeft te maken met tumoren in de nieren of urineleiders.
Als je je afvraagt of jouw ziekte misschien erfelijk of beroepsgebonden is, aarzel niet om hierover met je dokter te spreken.
Chronische irritatie van de blaas door stenen of gruis, of herhaaldelijke infecties kunnen het risico ook vergroten. In bepaalde werelddelen (Afrika bijvoorbeeld) is er een verhoogd risico door een parasitaire infectie van de blaas (schistosomiase).
Ook patiënten die behandeld werden voor een eerste blaaskanker, zonder wegname van de blaas, kunnen later nieuwe kankers ontwikkelen.