Als de patiënt één of meerdere van de symptomen uit de rubriek 'Chronische leukemie' ondervindt, zal de dokter een klinisch onderzoek uitvoeren en bloedanalyses aanvragen. Soms zijn er bijkomende onderzoeken nodig om de samenstelling van het bloed te bepalen, en dan vooral het percentage van de verschillende witte bloedlichaampjes. Afhankelijk van het resultaat, wordt de patiënt doorverwezen naar een specialist voor een grondig onderzoek van het beenmerg.
In het geval van een chronische leukemie toont een bloedanalyse dat:
In bepaalde gevallen worden er bijkomende bloedonderzoeken uitgevoerd om bijvoorbeeld het calcium- of urinezuurgehalte te bepalen. Een bloedonderzoek is ook noodzakelijk om de werking van bepaalde organen te beoordelen, zoals die van de lever of de nieren.
Dit onderzoek richt zich op de aanwezigheid van kankercellen in dit weefsel, dat het bloed herstelt. Dit gebeurt ofwel met een punctie, ofwel met een biopsie.
Punctie
Tijdens dit onderzoek wordt een beetje van het beenmerg weggenomen. Meestal komt dit van het bekkenbot. De dokter verdooft eerst de plaats van de punctie. Met een speciale holle naald prikt hij vervolgens in het bot om een klein beetje beenmerg op te zuigen. Ondanks de verdoving is diteventjes pijnlijk. Het geeft vaak ook een vreemd trekkerig gevoel. Het beenmerg ziet er lichtjes bloederig uit. Dit is volkomen normaal.
Het weggenomen stukje wordt op een glazen plaatje gelegd en onder de microscoop onderzocht. Het beenmerg kan ook worden 'gekweekt' om zijn groeigedrag en celdelingsvermogen in kaart te brengen.
Tegelijkertijd onderzoekt men ook de samenstelling en de eigenschappen van het genetisch materiaal in de celkernen (chromosomenonderzoek). Die onderzoeken kunnen noodzakelijk zijn om de dokter meer aanwijzingen te geven over de precieze aard van de ziekte, haar behandeling en prognose.
Biopsie
Als de dokters meer informatie willen over de samenstelling van het beenmerg is een biopsie onontbeerlijk. Tijdens dit onderzoek wordt een (klein) stukje weefsel weggenomen. Na de verdoving neemt de dokter, tegelijk met het beenmerg, een kleine botcilinder van de buitenrand van het bekken weg. Dit gebeurt met een speciale naald. Een patholoog onderzoekt het weefsel vervolgens onder de microscoop.
Radiografie van de borstkas
Deze foto's scheppen een beeld van de longen en het mediastinum (ruimte tussen de twee longen). In dit mediastinum zit een hele reeks organen zoals de bovenste luchtwegen, grote bloedvaten en lymfeklieren.
Dankzij die radiografieën kan men een vergroting van de lymfeklieren op deze plaats ontdekken.
Soms blijken ook andere radiologische onderzoeken noodzakelijk.
Radiografie van het skelet
Men doet dit als de patiënt botpijn heeft.
Radiografie van bepaalde organen
Als er tekenen zijn die wijzen op een aantasting van de milt of een vergroting van de lymfeklieren in de buik is een radiografie van deze organen vereist.
In dit soort van situaties kan ook een echografie nuttig zijn. Dit onderzoek maakt gebruik van ultrasone golven. Hun weerkaatsing wordt weergegeven op een scherm.