Het aantal mensen met een melanoom is in de loop van de laatste decennia aanzienlijk gestegen. Dit houdt ongetwijfeld verband met het zonnen. Het is al langer bekend dat overmatige blootstelling aan ultraviolette straling (uv) in zonlicht of ultravioletlampen een van de belangrijkste oorzaken van de meest voorkomende vormen van huidkanker is. Dit geldt voor het melanoom, maar ook voor andere types.
Ook ernstige zonnesteken, vooral tijdens de kinderjaren, verhogen het risico op melanomen op volwassen leeftijd. Mensen met bepaalde lichamelijke kenmerken hebben meer aanleg om huidkanker te krijgen. Zij hebben vaak een lichte huid, worden moeilijk bruin én verbranden snel.
Ook genetische oorzaken liggen aan de bron van huidkanker. Ongeveer 10 % van de mensen met een melanoom heeft een familiale voorgeschiedenis. Als een van je familieleden (vader, moeder, broer, zus of kind) een melanoom heeft, loop je zelf 2 tot 3 maal meer risico dan het gemiddelde.
Het melanoom blijkt eveneens meer voor te komen bij mensen die onregelmatige en veelkleurige moedervlekjes hebben, de zogenaamde dysplastische naevi.
Dat bijzonder patroon van moedervlekken houdt in dat meestal een groot aantal moedervlekken over het hele lichaam verspreid is. De moedervlekken verschillen onderling niet alleen in grootte, maar ook in kleur. Vooral wanneer dat soort dysplastische moedervlekken in één familie voorkomt, is het risico op het krijgen van huidkanker duidelijk verhoogd. Dat is met name het geval, wanneer in de familie al iemand voor huidkanker is behandeld. Dit is nog meer het geval wanneer een familielid reeds een melanoom heeft.
Een onderzoek bij alle naaste familieleden (ouders, kinderen, broers en zussen) op het voorkomen van de aandoening is dan nodig. De huidarts zal de familieleden die ook dysplastische naevi blijken te hebben, daarna regelmatig controleren. Gaat een moedervlek bij hen veranderen, dan zal deze verwijderd en microscopisch onderzocht moeten worden.
We merken ten slotte op dat melanomen vaker dan gemiddeld voorkomen bij mensen met een persoonlijke of familiale voorgeschiedenis van de ziekte van Parkinson.