In vrijwel alle gevallen ontstaat huidkanker in de opperhuid. De twee vormen van huidkanker die ontstaan uit de cellen van de opperhuid zelf, het basaalcel- en het plaveiselcelcarcinoom (ook spinocellulair carcinoom genoemd), , komen veruit het meeste voor, samen ongeveer 90 procent van de gevallen van huidkanker. Het melanoom, dat ontstaat uit de pigmentcellen in de opperhuid of in de slijmvliezen, komt veel minder vaak voor (ongeveer 10 % van de huidkankers). Bij de resterende tumoren gaat het om verschillende andere, zeer zeldzame vormen van huidkanker. Deze worden in deze tekst niet beschreven. Naast de genoemde vormen van huidkanker zijn er huidafwijkingen die geen kanker zijn, maar dat wel kunnen worden: premaligne afwijkingen of voorstadia van kanker. Huidkanker komt bij mannen evenveel voor als bij vrouwen, behalve melanomen: die komen iets vaker voor bij vrouwen.
Rond de 75 procent (zie infografiek) van de gevallen van huidkanker zijn basaalcelcarcinomen. Deze kanker komt zelden voor voor de leeftijd van 45 jaar. Bij oudere mensen neemt het aantal gevallen toe. Het basaalcelcarcinoom groeit zeer langzaam en zaait vrijwel nooit uit. Het wordt daarom vaak “lokaal kwaadaardig” genoemd en is de minst kwaadaardige vorm van huidkanker. Toch verdient ook een basaalcelcarcinoom een grondige behandeling. Als er niets aan wordt gedaan, kan het in de diepte doorgroeien en de weefsels onder de huid bereiken. De genezingskans wordt dan kleiner, de behandeling veel moeilijker.
Ongeveer 20 procent (zie infografiek) van de gevallen van huidkanker zijn plaveiselcelcarcinomen. Ze worden ook plaveiselcelcarcinomen van de huid genoemd. Dit type huidkanker komt vooral voor bij mensen van zestig jaar en ouder. Deze huidanker groeit sneller dan het basaalcelcarcinoom. Zonder behandeling zaait hij uiteindelijk wel uit. Dat gebeurt meestal via de lymfeklieren in de buurt van het carcinoom. Het plaveiselcelcarcinoom is daardoor kwaadaardiger dan het basaalcelcarcinoom. Bij vroegtijdige behandeling zijn de genezingskansen echter erg gunstig.
Er zijn verschillende afwijkingen die nog geen kanker zijn, maar het kunnen worden: dergelijke “premaligne” aandoeningen komen voornamelijk voor bij oudere mensen. Een premaligne aandoening kan ontaarden in een plaveiselcelcarcinoom. Dat gebeurt niet vaak, maar we moeten wel met de mogelijkheid rekening houden. Ook met die huidafwijking gaan we dus best naar de huidarts. Net als de verschillende vormen van huidkanker ontstaan premaligne aandoeningen meestal onder invloed van te veel ultraviolette straling. De voornaamste is actinische keratose.
In 2018 (cijfers van het Kankerregister), werden er 43.985 nieuwe gevallen van huidkanker vastgesteld (waarvan 3.489 melanomen). Dit cijfer blijft elk jaar stijgen.
Onze huid heeft verschillende taken:
Onze huid bestaat uit drie lagen. De bovenste laag heet de opperhuid, de middelste de lederhuid en de onderste het onderhuidse bindweefsel. De opperhuid bestaat grotendeels uit twee typen cellen:
Verder bevinden zich in de opperhuid onder meer pigmentcellen, de melanocyten. De lederhuid bestaat uit bindweefsel, ook wel steunweefsel genoemd. Daarin bevinden zich onder meer: zweetklieren, haarwortels met talgklieren, bloed- en lymfevaten, zintuigcellen en zenuwuiteinden.
Het onderhuidse bindweefsel dient hoofdzakelijk als steunweefsel en bestaat voornamelijk uit vetcellen. De basale cellen in de onderste laag van de opperhuid delen zich nog. Daar ontstaan nieuwe huidcellen. In de loop van ongeveer een maand schuiven de nieuwe cellen naar boven en in die tijd veranderen zij van vorm. In het begin zijn zij rond of ovaal, daarna worden zij hoekiger en ten slotte ook platter (plaveiselcellen).
Uiteindelijk verhoornen de plaveiselcellen en sterven zij af. Het lichaam stoot dat dood, verhoornd materiaal (hoornlaag) daarna af in de vorm van schilfertjes. De aanmaak van nieuwe cellen en de afstoting van dood materiaal houden elkaar voortdurend in evenwicht. De pigmentcellen of melanocyten bevinden zich eveneens in de onderste laag van de opperhuid. Onder invloed van ultraviolette straling uit bijvoorbeeld zonlicht of ultravioletlampen vormen melanocyten het bruine huidpigment. Een huid die bruint, geeft dat pigment af aan de andere cellen in de opperhuid. Onze haren en nagels groeien vanuit uitstulpingen van de opperhuid, diep in de lederhuid.