Huidkanker (non-melanomen) - Onderzoeken

Wanneer een patiënt met een huidaandoening zijn arts raadpleegt, zal die eerst beoordeen of de afwijking al dan niet ernstig is. Bij twijfel, zal de patiënt doorverwezen worden naar een huidarts. De specialist kan vaststellen of een bepaalde verandering onschuldig is of aan huidkanker doet denken.

Vermoedt de specialist dat er sprake is van huidkanker, dan zal hij een stukje van het weefsel moeten verwijderen, meestal onder plaatselijke verdoving (biopsie). Heeft de specialist aanwijzingen dat er sprake kan zijn van een melanoom of zijn er duidelijke aanwijzingen dat het om een huidkanker gaat, dan zal hij de tumor meteen in zijn geheel verwijderen.

In een laboratorium bekijkt een andere specialist, een patholoog, het verwijderde weefsel onder een microscoop. Alleen zo ontstaat zekerheid over de aard van de aandoening. Is het kanker, dan kan hij tegelijkertijd vaststellen om welke vorm van huidkanker het gaat.

Laatst aangepast op: 17/07/2020

Getuigenissen

“Er was bij mij geen sprake van een voorgeschiedenis van borstkanker in mijn familie, ik behoorde niet tot een risicogroep. Voor ik ziek werd, was ik dus helemaal niet bezig met kanker of met preventie, hoewel we een betrekkelijk gezond leven leidden. Ik zou durven zeggen dat preventie belangrijker geworden is sinds ik ziek werd. En niet enkel in verband met borstkanker, maar in verband met alles, of het nu gaat om tabak, de zon, voeding ... Lees verder