Er is geen systematische opsporing van dit type van kanker.
Wanneer iemand met één of meerdere symptomen naar de dokter gaat, kan die aanraden om wat bloed te trekken en een urinestaal te nemen. Afhankelijk van de resultaten van die analyses zou het kunnen dat er extra onderzoeken nodig zijn. De patiënt wordt dan doorverwezen naar een specialist. Gewoonlijk is dat een uroloog of een internist.
De specialist zal het klinisch onderzoek overdoen en voert bijkomende, meer grondige onderzoeken uit. Hieronder vind je informatie over mogelijke onderzoeken die hij kan uitvoeren.
Om dezelfde reden wordt ook de urine onderzocht. Bepaalde stoffen kunnen in abnormale hoeveelheden in de urine zitten. Men let dan ook meteen op eventuele bloedcellen in de urine.
Als de dokter vermoedt dat de symptomen te wijten zijn aan een niertumor, volgt een echografie van de buik.
Tijdens het onderzoek ligt de patiënt op een onderzoekstafel. Er wordt een gel op de huid aangebracht. Vervolgens laat de dokter een microfoonachtig toestel over de huid van de buik glijden.
Dankzij dat onderzoek krijgt de dokter een beeld van de plaats, de grootte en de uitbreiding van een eventuele afwijking van de nieren en/of lever. Het beeld op het scherm kan worden opgeslagen en bewaard.
De echografie is een eenvoudig en voor de patiënt volkomen pijnloos onderzoek.
Als de echografie een tumor aan het licht brengt, zal de dokter een CT-scan aanvragen om meer informatie te krijgen. Dat onderzoek levert een duidelijk beeld van de grootte en uitbreiding van de gevonden tumor, net als van eventuele uitzaaiingen naar de lever of de lymfeklieren.