Prostaatkanker - Onderzoeken

Vroege opsporing prostaatkanker

Opsporing: aan te moedigen of af te raden?

Mannen met een eerstegraadsfamilielid met prostaatkanker (een vader, broer of zoon) hebben een 2 a 3 keer hogere kans op prostaatkanker. Dat risico stijgt steeds verder naarmate het aantal familieleden stijgt, en kan tot maximaal 10 keer het normale risico gaanVoor deze mannen wordt meestal een bijzondere opvolging aanbevolen.

Voor mannen zonder symptomen van 50 jaar en ouder zonder familiale voorgeschiedenis bestaat er momenteel geen doorslaggevend argument om de uitvoering van die jaarlijkse opsporing aan te moedigen of af te raden. Praat erover met uw arts.  

De voordelen van een vroege opsporing (kleinere kans om aan prostaatkanker te sterven) lijken hier niet op te wegen tegen de nadelen. Mogelijke nadelen zijn:

  • een zogenaamde 'overbehandeling'. Er bestaan namelijk een belangrijk aantal "slapende" prostaatkankers die nooit zullen ontaarden in een agressieve kanker. Maar het is onmogelijk om een onderscheid te maken tussen dergelijke slapende kankers en kankers die wel problemen gaan veroorzaken. Daarom worden alle gevonden prostaatkankers op dezelfde manier behandeld. Dat is voor de slapende kankers een probleem, omdat de behandelingen nadelige bijwerkingen kunnen hebben (incontinentie, impotentie, enz.).

  • Te wijten aan de onderzoeken zelf (bloedingen en/of infecties na een punctie, onnodige angst bij een vals alarm).
     

In Europa en de Verenigde Staten werden er onderzoeken op zeer grote schaal gedaan. Deze tonen aan dat het voordeel van systematische opsporing ofwel onbestaande ofwel bijzonder zwak is. Daarom moet men nu geval per geval en na een gesprek met de dokter of uroloog beslissen om deze kanker al dan niet op te sporen. Die artsen moeten hun patiënt trouwens ook inlichten over de voordelen en mogelijke risico's van hun keuze. Die informatie betreft:

  • het eigenlijke opsporingsonderzoek

  • de voordelen waar men zich kan aan verwachten

  • de biopsie-puncties, die uitgevoerd worden als het resultaat van de opsporing positief is.

  • de behandeling(en) of "nauwkeurige opvolging" na een positieve biopsie

Meer weten?

Voor meer inlichtingen over al dan niet opsporen van prostaatkanker aan de hand van het PSA-gehalte in het bloed, verwijzen wij jou naar het laatste KCErapport hieromtrent.

Klik hier om de brochure 'Prostaatkanker - wat elke man kan doen' te downloaden of bestellen.

Diagnoseonderzoeken bij prostaatkanker

De PSA-meting 

Het PSA (Prostate Specific Antigen) is een eiwit dat door de cellen van de prostaat wordt afgescheiden, maar dat helaas niet eigen is aan prostaatkanker.

De resultaten van een PSA-bloedtest zijn moeilijk te interpreteren. Eerst en vooral variëren de waarden die als normaal worden beschouwd in functie van de leeftijd. Bovendien kan prostaatkanker inderdaad gepaard gaan met een verhoging van het PSA in je bloed, maar dat betekent niet automatisch dat er een tumor is. En omgekeerd sluit een normale uitslag van een PSA-test niet automatisch uit dat er prostaatkanker is. Opsporing kan dus zorgen voor ongerustheid en onnodige bijkomende onderzoeken, maar ook voor een vals gevoel van veiligheid.

Het rectaal toucher

In het geval van verdachte symptomen, kan de dokter de prostaat betasten via het rectum (endeldarm). Dit noemen we een rectaal toucher. Als hij afwijkingen vaststelt (een prostaat die abnormaal hard of vergroot is, of met één of meerdere knobbeltjes), zal hij zijn patiënt doorverwijzen naar een uroloog voor een grondiger onderzoek. Die specialist zal het rectaal toucher overdoen en waarschijnlijk een echografie van de prostaat uitvoeren via het rectum. Als er een verdachte zone wordt ontdekt, volgen er biopsieën om de cellen te kunnen analyseren onder de microscoop. Enkel zo is de diagnose absoluut zeker. 

De prostaatbiopsie

Voor een biopsie prikt de uroloog met een naald in de prostaat, dwars door de wand van het rectum, om cellen uit de verdachte zone(s) te halen. Die cellen worden op een glazen plaatje gelegd, en vervolgens vastgelegd en gekleurd. Een patholoog-anatoom onderzoekt ze onder de microscoop. Om meer kans te hebben dat de cellen uit de juiste plaats komen, wordt de biopsie uitgevoerd onder echografische begeleiding. Ze gaat vaak gepaard met licht bloedverlies in de urine, de stoelgang of het sperma.

Dit onderzoek naar prostaatkanker is niet aanbevolen in het geval van stollingsproblemen. Bovendien moet de patiënt vóór de biopsie stoppen met de inname van bloedverdunners, in samenspraak met de dokter.

De biopsieën kunnen microben in het prostaatweefsel brengen omdat ze gebeuren via het rectum, dat niet steriel is. Er wordt dus een antibioticabehandeling opgestart om prostaatinfecties te voorkomen. 

Prostaatbiopsie

Magnetische resonantie (MRI)

Een MRI van de prostaat kan worden uitgevoerd zoals elke andere MRI, maar het is ook mogelijk dat er tevens een endorectale spoel wordt gebruikt.

Een endorectale spoel is een ballonnetje dat via de anus wordt ingebracht in het rectum. In dat ballonnetje zit een metalen draad. Door de ballon een beetje op te blazen blijft deze op de juiste plek in het rectum zitten. Volgens voorstanders zouden de MRI beelden een betere kwaliteit hebben wanneer een spoel wordt gebruikt, maar er zijn ook specialisten die het gebruik van de endorectale spoel niet nuttig vinden.

Magnetische resonantie Spectroscopie (MRS)

Wanneer een MRI van de prostaat wordt uitgevoerd met een endorectale spoel, is het tevens mogelijk om tegelijkertijd Magnetische resonantie Spectroscopie (MRS) uit te voeren. MRS onderzoekt de choline-citraat verhouding in het weefsel van de prostaat. Choline is een voedingsstof die zowel via de voeding kan worden binnengekregen, als kan worden aangemaakt in het lichaam.

MRS is erop gebaseerd dat prostaattumoren gemiddeld gezien meer choline en minder citraat bevatten dan normaal prostaatweefsel. De MRS meet voor alle delen van de prostaat het choline en het citraat gehalte, en zou zo zones kunnen aangeven die mogelijk een prostaatkanker bevatten.

Het nut en de mogelijkheden van MRS worden op dit moment in meerdere studies onderzocht, MRS maakt (nog) geen deel uit van de algemeen toegepaste technieken.

Bijkomende onderzoeken

Als de onderzoeken een kanker aan het licht brengen, is een uitzaaiingsbalans nodig om te bepalen of er uitzaaiingen zijn op andere plaatsen in het lichaam (bv CT-scan, MRI, scintigrafie van de botten).

 

Uitzaaiingsbalans prostaatkanker

Laatst aangepast op: 3/12/2020

Getuigenissen

Prof. Joost Schymkowitz,
Prof. Joost Schymkowitz - Scientific Grants 2018Lees verder