De behandeling van invasieve kanker vereist een nauwgezette coördinatie tussen verschillende medische en paramedische disciplines. Afhankelijk van de noden komen er verschillende medische en niet-medische zorgen bij kijken. De therapeutische strategie wordt daarom nooit door één arts beslist. Iedere kankerpatiënt moet worden besproken in een Multidisciplinair Oncologisch Consult (MOC). Daarbij zijn artsen uit verschillende disciplines betrokken samen met experten uit andere vakgebieden (zoals verpleegkundigen, psychologe, diëtisten, enz).
Zo wordt de behandeling dus telkens zoveel mogelijk afgestemd op het individu. De dokters zullen je een behandeling op maat van jouw specifieke situatie voorstellen, waarbij o.a. de volgende elementen meewegen:
het type kanker
het stadium (de omvang) van de kanker;
de algemene gezondheidstoestand van de patiënt.
Er bestaan diverse behandelingen van kanker die afzonderlijk of in combinatie worden toegepast. Afhankelijk van wat de MOC beslist (en dus o.a. van het type kanker), zullen bepaalde van deze behandelingen gekozen worden, maar zelden allemaal:
Ook voor deze kanker geldt dat de MOC het beste traject zal uitstippelen, toch geven we hieronder een overzicht van de meest gebruikte opties.
Zodra de diagnose van een teelbalkanker is gevallen, moet er snel worden geopereerd om een orchidectomie uit te voeren en zo het precieze type van teelbalkanker te bepalen. Die chirurgische ingreep is meteen de eerste stap in de behandeling.
Eenmaal de teelbal is weggenomen, moet een microscopisch onderzoek uitsluitsel geven over het precieze type van tumor en dus de bijkomende behandelingen die dan eventueel nodig zijn. De meeste teelbaltumoren komen van de zogenaamde 'kiemcellen'. Dit zijn de cellen die uiteindelijk de zaadcellen zullen vormen. Binnen de kiemceltumoren zijn er een aantal verschillende types, voor de behandeling is het vooral van belang om het verschil te maken tussen seminomateuze en niet-seminomateuze kiemceltumoren.
Net als bij de meeste kankers, is het ook bij teelbalkankers van belang dat de behandeling wordt toegediend in een ziekenhuis met veel ervaring op het vlak van de behandeling van deze relatief zeldzame vorm van kanker.
Meerder opties zijn mogelijk na de chirurgie:
In functie van de type kanker (seminomateus of niet-seminomateus) en de graad van ontwikkeling, kunnen verschillende behandelingen worden voorgesteld:
De cytostatica die worden gebruikt in de behandeling van teelbalkanker worden toegediend via een intraveneuze injectie en komen zo rechtstreeks in het bloed terecht. Via die weg verspreiden ze zich over het hele lichaam en kunnen ze de kankercellen overal bereiken.
Bij teelbalkanker gebruikt men een combinatie van verschillende types van cytostatica die volgens verschillende schema's kunnen worden toegediend. Gewoonlijk moet de patiënt ongeveer een week in het ziekenhuis blijven. De cytostatica worden dan dagelijks toegediend en er worden talloze bloed- en urineanalyses gedaan. Dan volgt een 'rustperiode' van enkele weken voor de volgende chemotherapie weer begint.
Zo'n programma (toediening gevolgd door een rustperiode) heet een cyclus. Na een bepaald aantal cycli volgen er onderzoeken om de uitwerking van de behandeling te beoordelen.
Bijwerkingen van de chemotherapie tegen teelbalkanker
De cytostatica werken niet alleen in op de kankercellen, maar ook op de gezonde cellen. De chemotherapie kan dan ook een paar vervelende bijwerkingen meebrengen. Bijvoorbeeld
Tijdens de behandeling van teelbalkanker zijn die bijwerkingen vaak sterk. De behandeling is dan ook zwaar voor zowel de patiënt als de mensen uit zijn omgeving. In de meeste gevallen is het nu mogelijk om de misselijkheid en het braken tegen te gaan met geneesmiddelen. De bijwerkingen nemen geleidelijk af zodra de inname van de geneesmiddelen wordt stopgezet.
Een behandeling met cytostatica kan leiden tot een onvruchtbaarheid die soms definitief is. Patiënten die later nog kinderen willen krijgen, bespreken dit het best met hun specialist voor ze aan de behandeling beginnen (zie verder: invriezen van sperma).
Bij patiënten die een chemokuur kregen, moeten controleonderzoeken worden uitgevoerd. Als hierbij afwijkingen worden vastgesteld, is een chirurgische ingreep noodzakelijk om na te gaan of de cytostatica wel alle kankercellen hebben vernietigd. Men controleert dan of er nog kankercellen zitten in de lymfeklieren achter aan de buikholte. Als dat het geval is, moeten die lymfeklieren worden weggenomen. Dit is een grote operatie die onder algemene verdoving gebeurt.
Gewoonlijk heeft de patiënt enige tijd nodig om van zo'n ingreep te herstellen. Nadien kunnen er aanhoudende ejaculatieproblemen optreden. Tijdens het orgasme zal de man dan enkel het genotsgevoel ervaren. Er zal geen zaadlozing zijn. Zoiets heet een 'droog orgasme'.
Lees hier meer over chemotherapie in het algemeen >>
De radiotherapie vernietigt de kankercellen volledig of gedeeltelijk, terwijl de gezonde cellen zich doorgaans goed herstellen.
De bestraling wordt gericht op dat deel van het lichaam waar de kankercellen zitten. Dat betekent dat de bestralingszone kan verschillen van patiënt tot patiënt. Zodra men weet welke zone moet worden bestraald, wordt die op de huid afgebakend met moeilijk uitwisbare inkt of getatoeëerde puntjes.
De radiotherapiesessies zijn meestal heel kort. De patiënt voelt helemaal niets tijdens de radiotherapie. De bestraling wordt meestal dagelijks herhaald. De hele radiotherapiecyclus duurt meerdere weken. De patiënt wordt dan vier of vijf keer per week bestraald.
Bijwerkingen van radiotherapie
Zowel de radiotherapie als de chemotherapie kunnen leiden tot een tijdelijke of definitieve onvruchtbaarheid. Bovendien kan ook chirurgie aan de retroperitoneale lymfklieren (achter in de buikholte) ejaculatie verhinderen. Om toch de vruchtbaarheid te behouden, kan de patiënt overwegen om zijn sperma vóór de start van de behandeling in te vriezen in vloeibare stikstof. Dat kan zelfs als hij op dat moment geen of nog geen kinderen wilt.
Sperma invriezen heeft enkel zin als er genoeg zaadcellen van goede kwaliteit in het sperma zitten. Dat blijkt door de gevolgen van de ziekte niet bij alle patiënten zo te zijn. Als je de mogelijkheden in jouw specifieke geval wilt kennen, dan praat je daar het best tijdig over met je dokter.
Tijdens de behandelingsperiode gaat men na of de toegediende behandeling de verhoopte resultaten oplevert. Dit gebeurt via:
Na de behandeling moeten er nog regelmatig controleonderzoeken gebeuren. Zo kan men controleren of er geen recidief is opgetreden. In het begin gebeuren die onderzoeken heel regelmatig. Naarmate de tijd verstrijkt, zit er steeds meer tijd tussen.
Een behandeling tegen kanker kan grote lichamelijke en psychologische gevolgen hebben, en dan vooral voor het seksleven van de patiënt. Het kan gebeuren dat een zieke tijdelijk geen seksueel verlangen meer voelt. Als hij een relatie heeft, dan is er een belangrijke rol weggelegd voor de partner. Het is heel belangrijk dat je de tijd neemt om deze problemen op te lossen.