Een kankerbehandeling heeft als bedoeling om de kankercellen te doden, maar tast ook een deel van de gezonde cellen aan. De aantasting van gezonde cellen leidt tot bijwerkingen.
Het is die schade aan gezonde cellen die verantwoordelijk is voor de bijwerkingen. Als de bijwerkingen te wijten zijn aan chemotherapie, krijgen de gezonde cellen tussen twee chemokuren de tijd om te herstellen, en dan kunnen de bijwerkingen verminderen of verdwijnen. De mogelijke bijwerkingen zijn afhankelijk van:
Het valt niet te voorspellen hoe je op chemotherapie reageert. Sommige patiënten hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er veel minder van. De oncoloog of verpleegkundige kan je vertellen welke bijwerkingen je kunt verwachten in functie van je behandeling.
Radiotherapie, chirurgie, nieuwe doelgerichte behandelingen ... ze kunnen allemaal bijwerkingen hebben. Ook die bijwerkingen variëren van patiënt tot patiënt en van behandeling tot behandeling. In het menu hieronder kan u een lijst met alle mogelijke bijwerkingen vinden.
De ernst van de bijwerkingen zegt niets over het resultaat van de behandeling. Wie veel hinder ondervindt, mag niet bij voorbaat besluiten dat de chemotherapie effectief werkt. En omgekeerd: geen last betekent niet dat de chemotherapie geen effect heeft.
De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en nemen geleidelijk af. Het is belangrijk alle klachten te bespreken met de specialist. Misschien is er een manier of een middel om de hinderlijke bijwerkingen tegen te gaan. Soms wordt de hoeveelheid chemotherapie (tijdelijk) aangepast of wordt de toediening ervan een of twee weken uitgesteld.
Voor informatie en advies kun je ook terecht bij de oncologieverpleegkundige of verpleegkundig specialist. Deze gespecialiseerde verpleegkundigen zijn in veel ziekenhuizen aanwezig. Denk ook aan je huisarts en patiëntenorganisaties.