Extra bescherming voor de huid

Sommige chemotherapieën hebben een invloed op de huid. Mogelijke (doorgaans) tijdelijke klachten zijn:

  • een droge huid
  • een verkleurde huid
  • plotse uitslag
  • snellere verkleuring of verbranding van de huid door de zon
  • bruine vlekken, een bruine verkleuring of witte pigmentloze vlekken

Tips om huidproblemen te voorkomen

  • Smeer de huid in met een zonnebrandcrème met een hoge (liefst de hoogste) beschermingsfactor. 
  • Probeer voorzichtig uit hoe je huid op zonlicht reageert. 
  • Ga niet zonnen tot 6 à 8 weken na de chemotherapie. 
  • Wees voorzichtig met zon op je hoofdhuid en bedek je hoofd als je haar is uitgevallen door de chemotherapie.

Hand- of voetsyndroom

Sommige geneesmiddelen kunnen ook het hand- of voetsyndroom veroorzaken. Dit is een reactie van de huid van de handpalmen en voetzolen. Mogelijke klachten zijn:

  • jeuk
  • pijn of gevoeligheid
  • roodheid
  • schilferende of vervellende huid
  • zwelling
  • blaren
  • infecties 

Radiotherapie en de huid

Ook al zijn de bestralingstechnieken veel verfijnder dan vroeger, toch ontstaat er nog altijd een reactie als de huid uitwendig wordt bestraald. De reactie is vaak wat erger als er al eerder chemotherapie is gebruikt of als chemotherapie samenvalt met de bestralingsbehandeling.

Er ontstaat om te beginnen een lichte roodheid, meestal twee tot vier weken na de eerste bestraling. Weken tot maanden na de bestraling ontstaat er extra pigmentatie. De huid wordt donkerder, en vaak ook droog en schilferig. Blaarvorming aan het eind van de bestralingsperiode is eerder uitzonderlijk. Op die plaatsen gaat de huid dan meestal open. Huidreacties zijn het sterkst in huidplooien (bijvoorbeeld liezen en oksels), onder de borsten en bij littekens. Huidreacties genezen doorgaans binnen vier tot zes weken na afloop van de bestraling, ook als de huid is opengegaan. Soms blijft de huid daar iets donkerder en stugger. 

Een patiënt die is bestraald dient bijzonder voorzichtig te zijn als hij of zij zich blootstelt aan de zon. Wel is het verstandig om het eerste jaar na de bestraling zeker niet onbeschermd te zonnen: blijf in de schaduw, bedek je huid, en gebruik op de delen die je niet kunt bedekken een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor. Is de huid tijdens de bestraling erg rood geweest, blijf dan niet te lang in het zonlicht. 

Tips om de huid te ontzien tijdens de bestraling

Informeer bij de radiotherapeut over de maatregelen die gelden om de huid te ontzien tijdens de periode van de bestralingen. De meest gangbare maatregelen zijn:

  • Was de huid niet met zeep of gebruik een pH-neutrale zeep.
  • Dep de bestraalde huid droog met een zachte handdoek (niet wrijven).
  • Vermijd stugge, schurende en te knellende kleding.
  • Draag 'ademende' stof zoals katoen, wol, linnen, zijde of viscose.
  • Bij jeuk niet krabben aan de huid die wordt bestraald.
  • Scheer bij bestraling in het gezicht uitsluitend elektrisch en gebruik geen aftershave.
  • Houd de huid zo vaak mogelijk droog (vraag advies aan de radiotherapeut).
  • Gebruik nooit crèmes of zalven anders dan voorgeschreven door de radiotherapeut.
  • Raadpleeg de radiotherapeut altijd als de huid open gaat, ook na afloop van de bestralingsperiode.
  • Plak nooit een pleister op de bestraalde huid.
  • Stel het deel van de huid dat wordt bestraald niet bloot aan uv-straling.

Immuuntherapie

Bij een langdurige toediening van interleukine-2 kan een rode verkleuring over het volledige huidoppervlak optreden. De huid kan ook uitdrogen, en zelfs schilferen en jeuken. In dat geval kun je best een huidarts consulteren. Vraag naar een crème om de huid zo vet mogelijk te houden. De crème mag bijvoorbeeld geen ontstekingsremmende stoffen (zoals corticosteroïden) bevatten, omdat die de behandeling nadelig beïnvloeden.  

Door producten als α-interferon en interleukine-2 te injecteren, kunnen ook plaatselijke reacties ontstaan. De injectieplaats kan rood, opgezet en warm worden. Er kunnen onderhuidse verhardingen ontstaan, al of niet in combinatie met jeuk. Koude kompressen kunnen de klachten verminderen.

Getuigenissen

In 2011 werd er bij Johan kanker vastgesteld en al snel wist hij: “Ik wil mijn steentje bijdragen.” Johan wilde geld inzamelen voor kankeronderzoek, omdat wetenschappelijke vooruitgang op termijn het verschil maakt. Een kleine zoektocht bracht hem bij Stichting tegen Kanker. “Toch de organisatie die zich het meest inzet en de grootste som geld inzamelt.” Vandaag is Johan vrijwilliger voor de Stichting en behalve organisator van Cyclo4Cancer ook voorzitter van Levensloop Kortrijk.Lees verder