Een chemotherapie (cytostatica) kan haaruitval veroorzaken van het hoofdhaar, de wimpers, wenkbrauwen, neushaartjes, het okselhaar en het schaamhaar. Meestal is deze haaruitval slechts tijdelijk. Soms beginnen de haren al tijdens de behandeling weer te groeien.
Het is belangrijk dat je tijdig weet of de behandeling die je krijgt tot haarverlies kan leiden. Deze bijwerking is soms moeilijk om mee om te gaan. Sommigen laten daarom eerst hun haar kort knippen voor hun haar uitvalt.
Sommigen kiezen ervoor een sjaal, pet of muts te dragen na het haarverlies. Als je een pruik wilt bestellen, doe je dat het best vooraf. Dan kun je de kleur en het model afstemmen op je eigen kleur. Informeer ook bij de ziekteverzekering hoe het zit met de terugbetaling.
Hoofdhuidkoeling met een koelhelm is een methode om haaruitval door chemotherapie te voorkomen of te verminderen. Steeds meer ziekenhuizen bieden bij bepaalde behandelingen hoofdhuidkoeling aan. Door de temperatuur van de hoofdhuid te verlagen, vermindert de doorbloeding van de haarfollikels tijdelijk. De haarwortels nemen daardoor minder cytostatica op, wat de haaruitval kan beperken.
De hoofdhuidkoeling vindt plaats voor, tijdens en na de chemokuur. Door de afkoelingstijd duurt een behandeling met hoofdhuidkoeling zo’n twee uur langer dan de chemotherapie zonder koeling. Voor de koeling wordt een kap op het hoofd gezet, die door middel van slangen verbonden is met een koelapparaat. De meesten ervaren de eerste tien minuten als koud en onaangenaam. Sommigen krijgen er hoofdpijn van.
De resultaten van hoofdhuidkoeling hangen af van het soort chemokuur. Soms kan ondanks de hoofdhuidkoeling toch haaruitval optreden. Deze techniek kan niet worden toegepast bij:
Vraag aan de specialist of verpleegkundige of je voor hoofdhuidkoeling in aanmerking komt, en of de behandeling in het ziekenhuis wordt aangeboden.
Haaruitval treedt alleen op als de stralenbundels een plaats treffen waar haargroei is. Uitval van hoofdhaar gebeurt dus alleen als de hoofdhuid (mee) wordt bestraald en hangt bovendien af van de hoeveelheid straling. Bij bestraling van het oksel- of bekkengebied kan het oksel- of schaamhaar uitvallen. Bij bestraling van een groot gebied van het huidoppervlak, kan uitval van lichaamsbeharing optreden.
De haaruitval begint pas twee à drie weken na het begin van de bestraling zichtbaar te worden. Gelukkig is dit slechts een tijdelijk verschijnsel. Als je een pruik wenst te bestellen, kun je dat beter vooraf doen: zo kun je de kleur en het model afstemmen op je eigen haar. Informeer ook bij je ziekteverzekering naar de mogelijke terugbetaling.
Bij gebruik van α-interferon en interleukine-2 kan een lichte vorm van haaruitval ontstaan. Het haar wordt dunner, maar valt niet volledig uit en groeit ook snel weer aan. Als je haar dunner wordt, is het verstandig om het korter te laten knippen. Zo valt het fenomeen minder op en heb je minder last van loszittende haren.