Sommige chemotherapieën tasten de hartspier aan en kunnen op termijn hartfalen veroorzaken. Vooral bij de groep van de anthracyclines (adriamycine en middelen zoals idarubicine, mitoxantrone of daunorubicine) bestaat dit risico.
CHOP-kuren, ABVD-kuren en de combinaties zoals gegeven bij acute leukemie, en die allemaal anthracyclines bevatten, resulteren na 10 jaar in een hoger risico op hartfalen. Dit risico neemt toe bij patiënten met een hoge bloeddruk, bij wie jonger was dan 50 tijdens de chemotherapie, bij rokers en bij degenen die een tweede serie behandelingen al dan niet samen met een stamceltransplantatie hebben ondergaan. Als het mediastinum (de ruimte vlak bij het hart) bestraald is, neemt het risico ook toe.
De totale hoeveelheid anthracycline is belangrijk, maar de hartafwijkingen komen ook voor bij patiënten die de 'gewone' dosis hebben gehad, bijvoorbeeld een chemotherapie bestaande uit 6 tot 8 CHOP- of ABVD-kuren. Het is belangrijk de symptomen van hartfalen te herkennen; ze zijn immers goed te behandelen. Hartfalen uit zich door kortademigheid bij inspanning, vocht vasthouden (opzwellen van de voeten en enkels aan het eind van de dag), 's nachts meer moeten plassen dan vroeger en soms nachtelijke benauwdheid (kortademigheid), vooral bij plat liggen.