Een vermindering van het libido (zin is seks) als gevolg van kanker kan zowel bij mannen als vrouwen voorkomen. Het kan een gevolg zijn van de kanker zelf, maar ook van bepaalde behandelingen voor kanker. Meestal spelen bij libidoverlies zowel lichamelijke als psychische factoren een rol. Praat erover met uw partner en met uw dokter. In sommige gevallen kan een seksuoloog hulp bieden.
Geslachtsgemeenschap heeft in de meeste gevallen geen nadelige invloed op het resultaat van de behandeling. Toch is geslachtsgemeenschap niet altijd wenselijk of mogelijk. Dit hangt onder meer af van het soort kanker waarvoor je wordt behandeld.
Naast deze effecten op het libido, kunnen zich ook meer lichamelijke problemen voordoen, dan gaat het vaak op kanker van de genitale regio.
Voor meer informatie over de mogelijke gevolgen van de behandeling op je seksualiteit: praat er zonder taboe over met je arts.
Bij vrouwen bij wie de vagina (schede) wordt bestraald, zal de vagina nauwer en droger worden. Soms kan dit verholpen worden met een vaginale pelotte (een gladde kunststof cilinder met een ronde top die gebruikt wordt om de vagina soepeler te maken). Dit vernauwen van de vagina treedt pas een (hele) tijd na de bestralingen op.
Bij een prostaatkanker die nog niet te uitgebreid is, kan beslist worden om de prostaat helemaal te verwijderen. In medische termen heet dit een radicale prostatectomie.
De belangrijkste complicaties die zich kunnen voordoen, zijn erectiestoornissen (impotentie) en urineverlies (incontinentie). Aan weerszijden van de prostaat lopen zenuwen die essentieel zijn om een erectie te krijgen. Soms is het moeilijk en zelfs onmogelijk om de prostaat te verwijderen zonder deze zenuwen te beschadigen. De chirurg zal altijd proberen ze zoveel mogelijk te sparen.
Bij niet al te oude patiënten die aan beide zijden zenuwsparend geopereerd worden, zal de grote meerderheid van de mannen de potentie na enkele maanden herwinnen. Worden de zenuwen aan beide zijden verwijderd, dan is de patiënt meteen na de operatie impotent en dat blijft zo. Er bestaat ook een kleine kans dat mannen hun blaas (tijdelijk) niet volledig onder controle hebben. Het risico op deze problemen neemt toe naarmate de patiënt ouder is.
Radiotherapie kan als genezende behandeling vooral worden toegepast bij een beperkte tumor. Als de ziekte verder gevorderd is, kan radiotherapie ook aangewend worden om de tumor te verkleinen en om de symptomen te verlichten.
Tijdens en nog even na de bestraling kunnen (tijdelijke) blaasklachten, slijm bij de stoelgang of pijn bij de ontlasting voorkomen. Ook vermoeidheid is een vaak voorkomende bijwerking van radiotherapie. In de loop van de jaren na de behandeling kunnen mannen door bestraling ook impotent worden. Dit kan soms verholpen worden met medicijnen.
De bedoeling van hormoontherapie is om de productie of de werking van het mannelijke hormoon (testosteron), dat prostaatkanker kan helpen groeien, te blokkeren. Hormoontherapie wordt gegeven in de vorm van inspuitingen of in pilvorm. Het kan de tumor verkleinen of trager doen groeien.
De bijwerkingen van hormoontherapie bij prostaatkanker zijn afhankelijk van het soort hormoonbehandeling. Mogelijke bijwerkingen: een verminderd libido (zin in seks), impotentie, algemene moeheid, plotse warmteopwellingen, een kleine gewichtstoename, het opzwellen van de borsten en pijnlijke tepels.