Mag je alcoholische dranken (wijn, bier, cocktail enz.) drinken als je behandeld wordt tegen kanker? Dat is een goede vraag. In sommige gevallen – afhankelijk van je gezondheidstoestand, het type kanker, het stadium van kanker, het type behandeling en de bijwerkingen – mag je af en toe een glaasje drinken. Maar in de regel gaan alcohol en behandelingen van kanker helemaal niet samen.
Bijwerkingen van alcohol
- De interacties: alcohol kan inwerken op heel wat geneesmiddelen (chemotherapie, pijnstillers enz.) waardoor de werking van die geneesmiddelen verandert. Soms wordt de werking versterkt en wordt de medicatie (bijna) toxisch voor bepaalde organen, soms kan het effect door de drank verminderen.
- De combinatie alcohol-medicatie kan zware complicaties veroorzaken, zoals infecties (door het verzwakte afweersysteem), maag-darmletsels, leververgiftiging of wonden die niet meer of slecht genezen. De gevolgen zijn soms definitief en onomkeerbaar.
- De bijwerkingen: alcohol kan bepaalde bijwerkingen van een behandeling tegen kanker en/of de aanvullende behandelingen erger maken. Dat kan gaan om misselijkheid, braken, diarree enz. Sommige soorten chemotherapie zijn giftig voor de zenuwen. Alcohol kan dat effect nog versterken.
Wanneer mag je absoluut geen alcohol drinken?
De behandelingen van kanker zijn vaak gespreid over vaak meerdere maanden. Tijdens die periode is het niet altijd gemakkelijk om het advies van de arts te volgen en helemaal niet te drinken. Maar in de volgende gevallen drink je het best geen alcohol:
- De dag van de chemokuur of de bestralingssessie
- De week na de chemokuur
- Als je geneesmiddelen neemt en je de interactie ervan met alcohol niet kent (een nieuwe behandeling, klinische proef enz.).
Na de behandelingen?
Als je behandeling achter de rug is, als je in remissie bent of als je een hormoontherapie volgt, kan je je normale leven weer opnemen. Dan mag je af en toe weer een glaasje drinken, maar uiteraard altijd met mate! Dat betekent hooguit tien glazen alcohol (wijn, bier enz.) per week.
Het beste stel je die vraag rechtuit aan je specialist of het verplegend personeel.

©Vivio