Soms kun je ondanks al je moeite en de inspanningen van het medisch team de ziekte niet overwinnen. In dat stadium kan palliatieve zorg niet alleen eventuele pijn verlichten en je levenskwaliteit verbeteren, maar je ook de tijd geven om bepaalde zaken te regelen, om te praten met je familie of een moreel consulent, of om dingen te doen die je nog echt wil doen voor je gaat.
Er moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen ondersteunende en palliatieve zorg. Palliatieve zorg krijgen mensen met een dodelijke, ongeneeslijke of progressieve ziekte die niet meer reageert op de curatieve therapieën (gericht op genezen). Chemotherapie, radiotherapie en chirurgie kunnen zowel een palliatieve als ondersteunende bedoeling hebben.
Ondersteunende zorg (supportive care) is gericht op het verzachten van de bijwerkingen, vooral dan pijn. Deze zorg kan in om het even welk stadium van de ziekte worden verleend en sluit genezing dus niet uit.
Aanvullende behandelingen, zoals pijnstillers en anti-infectieapparaten, verlichten de pijn en andere bijwerkingen en kunnen dus ook ondersteunend werken.
Alle artsen en paramedische zorgverleners die in kanker gespecialiseerd zijn, maken er een prioriteit van om goede ondersteunende en palliatieve zorg te bieden.
Veel ziekenhuizen hebben een dienst die gewijd is aan palliatieve en ondersteunende zorg. Je vindt er zorgverleners die gespecialiseerd zijn in het levenseinde en in comfortbehandelingen.
Er bestaan in de ziekenhuizen ook zogenaamde vliegende teams die van de ene afdeling naar de andere gaan en erop toezien dat de patiënt het comfortabel heeft en geen pijn lijdt.
Het is trouwens ook mogelijk om thuis palliatieve zorg te krijgen.
©Vivio