We hebben ongeveer vijf liter bloed in ons lichaam. Bloed bestaat uit vier elementen:
Bij kanker is het afnemen van bloed en het onderzoek ervan in drie gevallen nuttig:
Eerst ontsmet de verpleegkundige de plaats waar hij bloed zal afnemen en bindt hij je biceps (je bovenarm) af met een knevelverband. Dat verband moet de bloedstroom tijdelijk vertragen. Dan prikt hij in een ader aan de binnenkant van je elleboog. Hij maakt het verband los terwijl het bloed in een buisje stroomt. Om niet te vaak te moeten prikken, worden soms meerdere buisjes bloed op diezelfde plek en dus met dezelfde naald afgenomen. Aan het eind haalt de verpleegkundige de naald weg en plakt hij een kleine pleister op de wonde.
Om sommige uitslagen niet te vertekenen, gebeurt een bloedafname meestal ’s ochtends op de nuchtere maag. Je mag dan 8 tot 12 uur voor de bloedafname niet meer eten of roken. Sommige mensen zijn wat gevoeliger voor een bloedafname. Neem gerust iets te eten mee, want soms kun je daarna wat duizelig zijn. De uren of dagen na de bloedafname verschijnt er op de geprikte zone soms een blauwe plek (hematoom).
Een bloedafname kan nuttig zijn om de bijwerkingen van sommige behandelingen van kanker vast te stellen en bij te sturen. Chemotherapie bijvoorbeeld kan leiden tot een vermindering van:
Na een beenmergtransplantatie of tijdens een chemotherapie daalt het aantal witte bloedcellen gewoonlijk sterk. Het afweersysteem is dan verzwakt. Je lichaam is met andere woorden veel gevoeliger voor microben en het risico op infecties is groter. Wees dus waakzaam en let op alarmsignalen als koorts of pijn. Zo kun je complicaties vermijden.
Bloedplaatjes hebben als taak het bloed te laten stollen (coaguleren) en wonden te helpen genezen. Als het aantal bloedplaatjes in je lichaam zakt, kun je makkelijker blauwe plekken krijgen (hematomen, bloeduitstortingen) of genezen je wonden minder vlug. Indien nodig zal de arts transfusies van bloedplaatjes voorschrijven. Maar je moet ook zo veel mogelijk proberen te vermijden om je te verwonden.
Vermoeidheid is een van de belangrijkste bijwerkingen van de behandelingen van kanker, maar kan ook het gevolg zijn van bloedarmoede. Dat is een daling van het hemoglobinegehalte in het bloed. Hemoglobine is de kleurstof in de rode bloedcellen die de zuurstof en het koolstofdioxide door je lichaam vervoeren. De daling ervan wordt veroorzaakt door een vermindering van het aantal rode bloedcellen. De normale hemoglobinewaarden verschillen naargelang de leeftijd en het geslacht. Doorgaans is er sprake van bloedarmoede als het hemoglobinegehalte lager is dan 13 g/dl bij mannen en lager dan 12 g/dl bij vrouwen. De symptomen van bloedarmoede zijn vermoeidheid, een bleke kleur en slijmen, ademnood, een snellere pols, duizeligheid enz.
©Vivio