Om tot een correcte kankerdiagnose te komen, moet de arts eerst een microscopische analyse van het verdachte weefsel laten uitvoeren. Op die manier kan nagegaan worden wat de precieze aard is van de afwijkingen die tijdens het klinisch onderzoek of het aanvullende onderzoek zijn vastgesteld.
Zo’n microscopische analyse vereist: de afname van een stuk van het orgaan of van het verdachte weefsel. Dit laatste kan op verschillende manieren:
De losse cellen die via een naaldpunctie worden verkregen, zijn doorgaans niet voldoende als basis voor een definitieve diagnose. Daarom is ook een biopsie nodig. Een biopsie gebeurt in de regel onder lokale verdoving.