Vitamine D is technisch gezien geen vitamine. Het is een groepsnaam voor in vet oplosbare prohormonen, of voorlopers van hormonen met doorgaans weinig eigen hormonale activiteit. Twee soorten vitamine D zijn belangrijk voor de mens: vitamine D2 of ergocalciferol, en vitamine D3 of cholecalciferol. Vitamine D2 wordt op natuurlijke wijze aangemaakt door planten. Vitamine D3 wordt door het lichaam aangemaakt wanneer de huid is blootgesteld aan ultraviolette straling (vooral uv-b-stralen) in zonlicht. Beide worden ook commercieel vervaardigd.
Zowel vitamine D2 als vitamine D3 worden in het lichaam omgezet in de actieve vorm van vitamine D.
Vitamine D is betrokken bij een aantal processen die essentieel zijn voor een goede gezondheid:
Een belangrijke bron van vitamine D is de aanmaak ervan in de huid, onder invloed van zonlicht. Hoeveel vitamine D in de huid wordt aangemaakt, is verschillend van persoon tot persoon. Het hangt samen met de leeftijd, de hoeveelheid pigment in de huid en de duur van blootstelling aan de zon. Ook de intensiteit en golflengte van de uv-straling en de totale onbedekte huid spelen een rol.
Veel vitamine D komt uit voedingsmiddelen die al dan niet met vitamine D zijn verrijkt, zoals melk, fruitsappen, yoghurt, brood en ontbijtgranen. Vitamine D zit verder ook, zij het in beperkte mate, in dierlijke voedingsmiddelen, zoals vlees en zuivelproducten. Een goede aanvulling zijn vette vissoorten, zoals paling, zalm en makreel.
Wie extra vitamine D nodig heeft, kan vitamine D-supplementen innemen. Bijvoorbeeld: kinderen van 4 jaar vanwege de opbouw van hun botten en tanden, zwangere vrouwen vanwege de botopbouw van het kind, en senioren omdat hun huid minder goed vitamine D kan aanmaken. Verrijkte voedingsmiddelen en ook voedingssupplementen bevatten meestal vitamine D2 en D3. Het vitamine D-niveau in het lichaam wordt gewoonlijk gecontroleerd door het 25-hydroxyvitamine D te meten in het bloed.