Volgens de cohortstudies (die gedurende een lange periode een groep mensen volgen die aan specifieke kenmerken voldoen) wordt de vermindering van het risico op dikkedarmkanker op 17% geraamd voor de individuen die fysiek het meest actief zijn in verhouding tot de minst actieven. Het is gelijkwaardig voor fysieke beroepsactiviteit (15%) en vrijetijdsactiviteit (14 à 20%).
De wetenschappelijke gegevens over andere soorten fysieke activiteit (activiteiten in huis of verbonden met transport) blijven op dit moment te beperkt om hun effect op de vermindering van het risico op dikkedarmkanker te ramen. Het dosis-responseffect (hoe belangrijker de fysieke activiteit, hoe sterker het risico vermindert) toont dat een toename van de fysieke activiteit:
Ter info: het MET-uur is een uur van "METabolische equivalenten". Hoe hoger het cijfer, hoe belangrijker de energiebesteding.
De fysieke activiteit zou het risico kunnen verminderen via de versnelde darmtransit. Deze versnelling verkort de duur van de blootstelling van het darmslijmvlies aan kankerverwekkende stoffen in de voeding.
Dit beschermende effect van fysieke activiteit tegen dikkedarmkanker werd niet vastgesteld voor kanker van het rectum (endeldarm).