Vermindert vitamine D het risico op darmkanker?
Epidemiologisch onderzoek dat zocht naar het verband tussen vitamine D en het risico op darmkanker, is geneigd om een hogere consumptie (van vitamine D) in verband te brengen met een verlaagd risico. De onderzoeksgegevens blijken echter niet zo consistent te zijn.
De American Cancer Society onderzocht de voeding, medische geschiedenis en levensstijl van meer dan 120.000 mannen en vrouwen. Uit deze studie blijkt dat mannen met de hoogste inname van vitamine D, via voeding en supplementen (meer dan 13 microgram per dag), een iets lager risico op darmkanker vertonen dan de mannen met de laagste inname. Dit fenomeen deed zich niet voor bij de vrouwen. Ander onderzoek (o.m. CPS-II-cohort) wijst op een verband tussen een hoge vitamine D-inname en een iets kleiner (maar niet significant kleiner) risico op darmkanker.
Women's Health Initiative deed onderzoek bij een groep gezonde vrouwen in hun postmenopauze, die dagelijks supplementen van calcium (1.000 mg) en vitamine D (10 ug) of een placebo voor een gemiddelde van 7 jaar innamen. Bij deze vrouwen werd geen vermindering van het aantal darmkankers vastgesteld. Wetenschappers wijzen er wel op dat de relatief lage vitamine D-inname en de korte follow-up de resultaten van het onderzoek hebben beïnvloed. Minstens één epidemiologisch onderzoek (Third National Health and Nutrition Examination Survey) ziet een verband tussen vitamine D-inname en een verminderde sterfte als gevolg van darmkanker. Onder de 16.818 deelnemers aan dit onderzoek blijken degenen met een hogere vitamine D-bloedwaarde (≥ 80 nmol/l), 72 procent minder risico te lopen om te overlijden aan darmkanker in vergelijking met degenen met een vitamine D-bloedwaarde lager dan 50 nmol/l).
Vitamine D en (goedaardige) darmgezwellen
De meeste darmkankers ontwikkelen zich vanuit een goedaardig gezwel (adenoom). Het is dan ook logisch dat interventies om het risico op de ontwikkeling van zo’n gezwel of de herhaling ervan te beperken, wellicht ook het risico op darmkanker verkleinen. Dit mogelijke verband tussen vitamine D en het risico op gezwelvorming was het voorwerp van menig wetenschappelijk onderzoek.
Het National Cancer Institute (NCI) onderzocht in dit verband een groep personen met een gezwel en bij wie voordien reeds een of meer gezwellen werden verwijderd via een colonoscopie. Meer specifiek wilde het instituut achterhalen wat de impact is van een dieet (rijk aan vezels, veel fruit en groente en weinig vet) op de vorming van een darmgezwel. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt geen verband te bestaan tussen de totale vitamine D-inname (voeding en supplementen) en een verlaagd risico op recidief adenoom. Bij degenen die vroeger bepaalde hoeveelheden vitamine D-supplementen innamen, blijkt wel een verlaagd risico.
Vitamine D maakt risico kleiner
Nog een andere studie deed onderzoek bij 3.000 mensen, om te bepalen of er een verband bestaat tussen hun vitamine D-inname en de ontwikkeling van een hoogrisicogezwel en van dikkedarmkanker (ref. 16). Uit de resultaten blijkt dat bij degenen met een hoge vitamine D-inname (meer dan 16 microgram per dag) het risico wel degelijk kleiner is.
Uit de analyse van de resultaten van deze en andere studies, blijkt dat een hoge vitamine D-waarde in het bloed en een hogere vitamine D-inname in relatie staan met een lager risico op de ontwikkeling van een darmgezwel.
Een andere, grootschalige studie op basis van placebo’s, deed onderzoek naar de invloed van calciumsupplementen en vitamine D-bloedwaarden op recidief adenoom. Uit deze studie blijkt dat calciumsupplementen het risico op een terugkerend gezwel verlagen maar alleen bij een vitamine D-bloedwaarde hoger dan 73 nmol/l. Onder dit niveau is er geen verminderd risico.
