De term 'kanker' verwijst naar een groep ziektes waarin abnormale cellen zich op een chaotische manier delen en verspreiden. Meestal vormen die abnormale cellen een massa, ook wel tumor genoemd.
Echter, eigenlijk betekent een “tumor” gewoon dat er een opstapeling van cellen is, die al dan niet kankerachtig kunnen zijn. Om helemaal correct te zijn moet je daarom spreken van kwaadaardige tumoren (kanker) en goedaardige tumoren (geen kanker). Toch wordt met het woord tumor meestal kwaadaardige tumor bedoeld, kanker dus. Goedaardige tumoren zijn ook niet altijd onschuldig, ze kunnen bijvoorbeeld druk uitoefenen op organen of gezond weefsel. Maar in tegenstelling tot kwaadaardige tumoren zullen goedaardige tumoren niet binnendringen in omringend weefsel.
Kanker ontstaat wanneer het erfelijke materiaal van de cel (DNA) wordt beschadigd zonder te worden hersteld. Die beschadigingen heten mutaties.
Wanneer genoeg mutaties zich hebben opgehoopt in één cel is de eerste kankercel ontstaan. Meestal zitten er vele jaren tussen de eerste mutaties en het ontstaan van die eerste kankercel. Die eerste kankercel gaat zich op een chaotische manier delen.
Deze mutaties kunnen te wijten zijn aan:
Meestal worden mutaties na het ontstaan gewoon hersteld. Het is echter mogelijk dat een cel met een mutatie ontsnapt aan dit herstelmechanisme. Over een periode die meestal meerdere jaren omvat kunnen zo meerdere mutaties zich opstapelen. Wanneer in een cel voldoende mutaties zijn opgestapeld, kan deze zich geleidelijk transformeren van normale tot kankercel.
Eens een kankercel ontstaan is, kan deze zich verder ontwikkelen tot een kwaadaardige tumor.
Een kanker verspreidt zich op twee manieren: lokale doorgroei en metastasen.
Naarmate de tumor groter wordt, dringt deze ook het omliggende weefsel steeds verder binnen.
Daarnaast kunnen kankercellen zich via bloed of lymfe ook naar organen elders in het lichaam verspreiden. Daar vormen ze nieuwe kwaadaardige tumoren. Dergelijke metastasen worden ook wel “uitzaaiingen” genoemd. Het kankertype van die metastasen wordt echter altijd bepaald door de oorspronkelijk kanker, ongeacht de plaats waar hij zit. Prostaatkanker die naar de botten is uitgezaaid, wordt bijvoorbeeld geen botkanker, maar blijft prostaatkanker.
Elk type van kanker heeft zijn eigen kenmerken. Borstkanker is bijvoorbeeld een heel andere ziekte dan longkanker. Ze ontwikkelen zich aan een ander tempo en vragen om verschillende behandelingen. In één orgaan kunnen zelfs verschillende types van kanker opduiken. Zo bestaan er verschillende vormen van borst- of longkanker. De behandeling moet dus altijd zijn afgestemd op de specifieke kenmerken van elke kanker, ongeacht het orgaan dat dan is aangetast. Borstkanker die door uitzaaiingen naar de lever is uitgebreid, blijft borstkanker en moet dan ook als borstkanker worden behandeld.
Een duidelijke kijk op kanker van prof. Filip Lardon, i.s.m. Stichting tegen Kanker, is een mooi geïllustreerd en toegankelijk geschreven boek voor iedereen die meer wil weten over kanker. Stap voor stap lees je wat kanker precies is, hoe vaak de ziekte voorkomt, hoe en waarom ze in het lichaam ontstaat en hoe een tumor groeit en welke gevolgen dat heeft. Je kan het boek hier bestellen.