Risicofactoren bij borstkanker

Risicofactoren bij borstkanker

Leeftijd, hormonale en persoonlijke voorgeschiedenis, levensstijl en genetische aanleg vormen de belangrijkste risicofactoren voor borstkanker bij vrouwen.

Leeftijd

Het risico op borstkanker neemt toe met de leeftijd. Ongeveer driekwart van de gevallen van borstkanker komt voor bij vrouwen vanaf hun 50ste.

Vrouwen van 50 tot 69 jaar worden om de twee jaar uitgenodigd voor een gratis borstkankeronderzoek of screeningsmammografie,  die wordt georganiseerd door de overheid.

Hormonale voorgeschiedenis

Hoe langer borsten zijn blootgesteld aan de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron, hoe groter de kans is op borstkanker.

Risicofactoren:

    • niet zwanger zijn geweest
    • je eerste kind krijgen na je 35ste
    • je eerste menstruatie krijgen op jonge leeftijd
    • na je 55ste in de overgang komen
    • geen of kortstondig borstvoeding geven

De pil

Het gebruik van de anticonceptiepil, zeker als je er op jonge leeftijd mee begint en/of ze lange tijd neemt, kan het risico op borstkanker licht verhogen. Om hierover meer overtuigend bewijs te krijgen is nader onderzoek vereist.

Hormoonpillen tegen overgangsklachten

Afhankelijk van het soort pillen dat je gebruikt om minder last te hebben van de overgang, heb je een iets groter risico op borstkanker. Overweeg je een behandeling met hormonen tegen overgangsklachten, overleg dan met je huisarts en weeg de voordelen af tegen de mogelijke risico’s. Gebruik de middelen zo kortstondig mogelijk en in een zo laag mogelijke dosering. Als je eerder al hormoongevoelige borstkanker had, is het afgeraden om hormonen te gebruiken tegen overgangsklachten. Je arts zal die ook niet voorschrijven. Bij het gebruik van hormoonpillen is het aanbevolen om geregeld op controle te gaan.

Persoonlijke en medische voorgeschiedenis

Bepaalde goedaardige borstaandoeningen zoals LCIS, atypische ductale hyperplasie en een papilloom verhogen de kans op borstkanker.

Een dicht borstklierweefsel is ook een risicofactor. In dat geval bestaat de borst voor meer dan 75% uit melkklieren en bindweefsel, terwijl ze weinig vetweefsel bevat.

Heb je al eerder borstkanker gehad, dan loop je een groter risico om opnieuw borstkanker te krijgen.

Ook bestraling op de borstkas, zeker op jonge leeftijd, verhoogt de kans op borstkanker.

Levensstijl

Uit bepaalde studies blijkt dat er een mogelijk verband bestaat tussen levensstijl en een verhoogd risico op borstkanker:

  • overgewicht, vooral na de menopauze
  • overmatig alcoholgebruik
  • vaak en langdurig zitten en een gebrek aan lichaamsbeweging
  • jong beginnen met roken en/of worden blootgesteld aan tabaksrook

 

Genetische kwetsbaarheid

5 à 10% van de borstkankers houdt verband met erfelijke aanleg of een genetische mutatie, die een van de ouders doorgaf. Deze variant heeft meestal betrekking op twee genen: BRCA-1 (BReast CAncer 1) en BRCA-2 (BReast CAncer 2).

Ben je drager van deze mutaties, dan loop je 4 tot 5 keer meer risico om borstkanker te ontwikkelen dan gemiddeld.

De mutatie van een derde gen, met name PALB-2 (Partner And Localizer van BRCA-2) verhoogt ook significant het risico op borstkanker – naar schatting 2 tot 4 keer meer dan gemiddeld.

Ten slotte kunnen heel wat andere zeldzame genetische mutaties de kans op borstkanker vergroten, zij het in veel beperktere mate.

Zowel mannen als vrouwen, ook als ze minderjarig zijn, kunnen genetische mutaties overdragen. Zo nodig zal je arts je doorverwijzen naar een van de Belgische genetische centra of naar een ziekenhuis dat met een van deze centra samenwerkt.

 

Persoonlijke en medische voorgeschiedenis

Bepaalde goedaardige borstaandoeningen zoals LCIS, atypische ductale hyperplasie en een papilloom verhogen de kans op borstkanker.

Een dicht borstklierweefsel is ook een risicofactor. In dat geval bestaat de borst voor meer dan 75% uit melkklieren en bindweefsel, terwijl ze weinig vetweefsel bevat.

Heb je al eerder borstkanker gehad, dan loop je een groter risico om opnieuw borstkanker te krijgen.

Ook bestraling op de borstkas, zeker op jonge leeftijd, verhoogt de kans op borstkanker.

 

Levensstijl

Uit bepaalde studies blijkt dat er een mogelijk verband bestaat tussen levensstijl en een verhoogd risico op borstkanker:

    • overgewicht, vooral na de menopauze
    • overmatig alcoholgebruik
    • vaak en langdurig zitten en een gebrek aan lichaamsbeweging
    • jong beginnen met roken en/of worden blootgesteld aan tabaksrook

Genetische kwetsbaarheid

5 à 10% van de borstkankers houdt verband met erfelijke aanleg of een genetische mutatie, die een van de ouders doorgaf. Deze variant heeft meestal betrekking op twee genen: BRCA-1 (BReast CAncer 1) en BRCA-2 (BReast CAncer 2).

Ben je drager van deze mutaties, dan loop je 4 tot 5 keer meer risico om borstkanker te ontwikkelen dan gemiddeld.

De mutatie van een derde gen, met name PALB-2 (Partner And Localizer van BRCA-2) verhoogt ook significant het risico op borstkanker – naar schatting 2 tot 4 keer meer dan gemiddeld.

Ten slotte kunnen heel wat andere zeldzame genetische mutaties de kans op borstkanker vergroten, zij het in veel beperktere mate.

Zowel mannen als vrouwen, ook als ze minderjarig zijn, kunnen genetische mutaties overdragen. Zo nodig zal je arts je doorverwijzen naar een van de Belgische genetische centra of naar een ziekenhuis dat met een van deze centra samenwerkt.