UV stralen kan men opdelen in 3 types naargelang de frequentie. Alle UV stralen zijn schadelijk voor de huid. Ultraviolet-A (tussen 315nm en 400nm) en ultraviolet-B (tussen 280nm en 315nm) kunnen door de huid dringen. Ultraviolet-C (tussen 100nm en 280nm) wordt door de ozonlaag tegengehouden en bereikt de aarde niet.
Uv a-stralen tasten de elastische vezels van de huid aan, en veroorzaken rimpels en een vroegtijdige veroudering van de huid. Het is ook bekend dat een opeenstapeling van uv a-stralen in de huid het afweersysteem van de huid verzwakt en dus de doeltreffendheid van de afweer doet dalen. De abnormale cellen die dan ontstaan, kunnen niet meer worden vernietigd en krijgen de kans zich te vermenigvuldigen. Dit zou de ontwikkeling van bepaalde huidkankers kunnen verklaren.
De uv a-stralen bevorderen bovendien de vorming van vrije radicalen (zeer agressieve chemische stoffen) binnenin de cellen. Als ze niet onmiddellijk geneutraliseerd worden, gaan deze vrije radicalen ook de DNA-moleculen aanvallen. De schade op dat niveau kan zich opstapelen en uiteindelijk uitmonden in een kanker. Zonnebanken maken vooral gebruik van deze stralen maar dan in veel hogere dosissen dan in de natuur.
Uv b-stralen doen de huid verbranden. Uv b-stralen veroorzaken ook breuken in de drager van ons erfelijk materiaal, de dubbele DNA-ketting. Deze breuken kunnen de werking verstoren van de genen die de celdeling controleren. De schade toegebracht aan het DNA, zou onder meer aan de oorsprong kunnen liggen van een verzwakking van het afweersysteem.
Het is ook mogelijk dat deze twee fenomenen – verlies van controle over de celdeling en verzwakking van het afweersysteem – elkaar versterken en zo de weg vrijmaken voor de ontwikkeling van een kanker.
Om te begrijpen wanneer de zon het gevaarlijkst is, werd er een uv-index ontwikkeld. De uv-index is een getal dat het effect van de sterkte van de zonnestraling op de onbeschermde huid weergeeft. Uit de tabel hierna kan je de betekenis van de uv-index afleiden.
De zonkracht wordt uitgedrukt in de waarden van 0 t/m 16, een schaal die ook in andere landen wordt gebruikt. In landen dicht bij de evenaar en in de bergen kan de zonkracht hogere waarden halen. Hoe hoger de uv-waarde, hoe groter de potentiële schade voor huid en ogen. In de grafiek hieronder kan je zien wat je kunt doen om je te beschermen bij elke UV waarde.
Bron: het door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) aangeraden beschermingsschema.
De zonkracht of uv-index is een maat voor de hoeveelheid ultraviolette straling (uv) in het zonlicht die de aarde bereikt. De waarde wordt weergegeven op een schaal van 0 tot 16. Sommige kranten drukken de zonnekrachtwaarden af en je vindt ze ook op de website van het KMI. Ze worden overal ter wereld en op elk moment van de dag gemeten.
Vier factoren zijn bepalend voor de zonkracht:
Hoe hoger de zon, hoe sterker de zonkracht. Dit heeft alles te maken met de stand van de zon. Als de zon het hoogst staat, namelijk op de middag, is de afstand die de uv-stralen door de dampkring moeten afleggen, het kortst. De uv-straling is op dat moment het hevigst. Als je schaduw heel kort is, moet je dus extra voorzichtig zijn. De hoogte van de zon hangt af van het seizoen, het tijdstip van de dag en de plaats op aarde.
Door een zwaarbewolkte lucht met een dik wolkendek komt nauwelijks uv-straling. Bij nevelig weer kan de uv-straling toch nog aanzienlijk zijn. Bij een gebroken wolkendek kan de intensiteit zelfs (tijdelijk) groter zijn dan bij een onbewolkte hemel, doordat de straling gereflecteerd wordt door de wolkenranden.
Uv-straling wordt sterker door weerkaatsing via zand en water (10 tot 20 procent weerkaatsing). De weerkaatsing via verse sneeuw en ijs is zelfs 80 tot 90 procent.
Hoe dunner de ozonlaag, hoe minder uv-straling wordt tegengehouden en hoe sterker de zonkracht. De ozonlaag is het dunst boven Nieuw-Zeeland en Australië.