Het bevolkingsonderzoek is bedoeld voor alle vrouwen van 50 tot 69 jaar die niet in behandeling zijn voor een borstkanker, ook voor wie nooit enige klacht had of enige afwijking vaststelde wat de borsten aangaat.
De opsporing via mammografie is het meest nuttig tussen de leeftijd van 50 tot 69 jaar om de mortaliteit door borstkanker terug te dringen.
Vóór 50 jaar, of vanaf 70 jaar, moet dit geval per geval besproken worden. Overleg met je huisarts welke opsporingsmethode in jouw geval aangewezen zou zijn. Het onderzoek zal dan echter niet gratis zijn, omdat het niet beantwoordt aan de voorwaarden voor het georganiseerde bevolkingsonderzoek.
De mammografie, een röntgenonderzoek van de borsten, is momenteel het referentieonderzoek wat opsporing betreft.
Bij een borstkankerscreeningsonderzoek worden twee opnames gemaakt per borst. Deze worden daarna door twee radiologen gelezen, onafhankelijk van elkaar. Indien nodig wordt in een tweede fase nog extra onderzoek (bijvoorbeeld een echografie) uitgevoerd. Om meer te weten over de organisatie van deze opsporing:
Met een mammografie kan een eventuele borstkanker in een vroegtijdig stadium ontdekt worden. Dit is echter geen methode om die kanker te voorkomen. Deze opsporing dient om bij een vrouw die geen enkel symptoom toont, eventueel extreem kleine letsels te ontdekken die nog niet zichtbaar of tastbaar zijn. De bedoeling van deze opsporing is niet de ziekte te voorkomen, maar wel de genezingskansen te verhogen dankzij een vroegtijdige behandeling.
Ben je tussen 50 en 69 jaar? Dan heb je de keuze uit twee mogelijkheden.
Het klopt dat bestralingen worden gebruikt om deze mammografie uit te voeren. De moderne apparatuur gebruikt echter minieme stralingsdosissen.
Het risico om de opsporing van een borstkanker in een pril stadium te missen, door geen mammografie toe te passen, is echter groter.
Sommige vrouwen vinden de mammografie onaangenaam en zelfs pijnlijk omdat de borst tijdens het onderzoek tussen twee platen wordt samengedrukt. Deze werkwijze is noodzakelijk om gedetailleerde opnames van de hele borst te verkrijgen. Deze hinder verdwijnt snel na het onderzoek. Om het ongemak nog te verminderen wordt aangeraden aan vrouwen die nog niet in de menopauze verkeren, om de mammografie tussen de vierde en de veertiende dag na het begin van de regels te laten uitvoeren.
De opnames worden onderzocht door minstens twee radiologen die onafhankelijk van elkaar werken. Het resultaat kan dus niet meteen na het onderzoek meegedeeld worden. De huisarts ontvangt normaal binnen een termijn van vijftien dagen de resultaten van je onderzoek.
In 90 à 95 procent van de gevallen wordt geen enkele onregelmatigheid vastgesteld en is geen enkel aanvullend onderzoek meer nodig vóór de volgende afspraak voor een opsporingsonderzoek, twee jaar later.
Als er echter sprake is van een afwijking, dan zal je huisarts aanraden om extra onderzoeken te laten uitvoeren. Een anomalie bij een mammografie betekent echter niet automatisch dat er een borstkanker aanwezig is. Paniek is niet nodig! In 90 procent van de gevallen brengen ook de aanvullende onderzoeken geen enkele borstkanker aan het licht.
De Stichting heeft een folder uitgegeven over preventie en opsporing van borstkanker: "Borstkanker: Wat elke vrouw kan doen". Je kan deze downloaden of bestellen door hier te klikken.
Aarzel niet om deze te verspreiden bij je familieleden, vriendinnen en kennissen. Zo lever jij ook je bijdrage tot de strijd tegen borstkanker.