Alle vrouwen zouden zich systematisch op deze kanker moeten laten onderzoeken vanaf hun 25e tot hun 65e.
Deze opsporing gebeurt met een uitstrijkje van de baarmoederhals. Dat uitstrijkje is een eenvoudige en pijnloze test die kan worden uitgevoerd door de gynaecoloog of huisarts. Met een klein borsteltje of spateltje neemt die wat cellen weg om ze vervolgens op een glazen plaatje te leggen. Een patholoog onderzoekt ze daarna onder de microscoop.
Een vaccin tegen bepaalde HPV-virussen kan het risico op baarmoederhalskanker tegenwoordig fors verminderen. Die bescherming is echter niet absoluut. Daarom blijft een opsporing noodzakelijk, zelfs bij vrouwen die het vaccin hebben gekregen.
Klik hier voor meer informatie over het vaccin tegen baarmoederhalskanker.