Stichting tegen Kanker beschikt over een onafhankelijke en pluralistische raad van bestuur om de directie te ondersteunen en richting te geven. In oktober 2016 droegen professor Hamoir en professor De Neve hun rol als voorzitters over aan professor Pierre Coulie en professor Eric Van Cutsem. Lees het interview van maart 2017.
Prof. Eric Van Cutsem: “Ik ben al jaren betrokken bij de Stichting, in de wetenschappelijke raad (de jury die de laureaten van een projectoproep selecteert) en recenter ook in de raad van bestuur. Daarnaast heb ik de leiding over de afdeling digestieve oncologie in het UZ-KU Leuven en ben ik betrokken bij verschillende onderzoeksprojecten rond kankers van het spijsverteringsstelsel, in Leuven en in kader van nationale en internationale samenwerkingen. Ik werk ook al vele jaren als arts en zie dus elke dag hoe groot de noden van zowel patiënten als onderzoekers zijn en hoe hard vooruitgang nodig is. Ik denk dat mijn ervaring erg nuttig zal zijn voor de Stichting.”
Prof. Pierre Coulie: “Ik aanvaardde deze rol eigenlijk om dezelfde redenen. Dankzij onze ervaring als onderzoekers kunnen we garanderen dat de beschikbare middelen worden ingezet waar ze het hardst nodig zijn. Onderzoek tegen kanker is mijn vak. Ik ben 100% betrokken en ik besef zeer goed hoe afhankelijk wetenschappelijk onderzoek is van de financiering van organisaties als Stichting tegen Kanker. Toen ik werd gevraagd om deel uit te maken van de raad van bestuur van de Stichting, was het voor mij een gegeven om dit aanbod te accepteren, en er zo mee voor te kunnen zorgen dat de Stichting haar activiteiten ten voordele van de patiënt van vandaag en morgen kan voortzetten, en hopelijk zelfs kan doen groeien en uitbreiden.”
Prof. Eric Van Cutsem: “België is wereldwijd een referentie als het op gezondheidszorg en wetenschappelijk onderzoek aankomt, een positie die we verder willen verstreken. Stichting tegen Kanker speelt op dit gebied een belangrijke rol, zonder de link tussen onderzoek en de sociale dimensie te vergeten, en door ook rekening te houden met de impact van kanker op patiënten en hun naasten.
Stichting tegen Kanker levert een belangrijke bijdrage in de steun van wetenschappelijk onderzoek, in preventie en in sociale hulp en re-integratie na de behandelingen en de ziekte. We moeten donateurs motiveren om hun steun voort te zetten, door ons oor bij hen te luister te leggen, te peilen naar hun behoeften en verwachtingen, en mee te evolueren met de snel veranderende samenleving.
Tot slot moeten we het brede publiek blijven informeren over kanker, kankeronderzoek en over de optimalisatie van de zorg, nog beter luisteren naar de behoeften van onderzoekers en patiënten, en nog meer invloed proberen uitoefenen op het oncologische zorgbeleid.”
Prof. Pierre Coulie: “Verder is het belangrijk om onze acties te coördineren met andere actoren in de kankerbestrijding. Samen kunnen we nog efficiënter werken en nog sneller vooruitgang boeken.
Onze manier van communiceren moeten we aanpassen aan het digitale tijdperk. De revolutie van sociale media is niet te stoppen, maar vraagt de nodige aandacht en extra tijd om hier voortdurend, adequaat en vooral bijna instant op in te spelen. Stichting tegen Kanker is hier natuurlijk al aanwezig, maar nog eerder bescheiden. We moeten onszelf de juiste vragen stellen: welke investeringen zijn nodig en op welke termijn, om aanwezig te zijn en een breder publiek te bereiken, misschien ook een iets jonger publiek. Het is relatief eenvoudig om patiënten te bereiken, bij wie kanker van de ene dag op de andere een ontzettend grote rol speelt. Maar mensen raken die er niet rechtstreeks mee worden geconfronteerd, jongere mensen ook, dat is lastiger. Toch denk ik dat onze medemensen en in het bijzonder jongeren vrijgevig van aard zijn en bereid zijn zich in te zetten ‘voor het goede doel’. Er is potentieel, maar we moeten hen zien te raken, hen laten weten wie we zijn, wat we doen, en wat we voor mensen kunnen betekenen. Het is voor een groot deel via sociale media dat we hierin zullen slagen. Als we niet ‘nieuwerwets’ communiceren, zullen we achteruitgaan. Maar de grote vraag is hoe we ons aanpassen en tegelijkertijd voortbouwen op wat we al hebben gerealiseerd.”
Prof. Pierre Coulie: “Een voorzitter moet kunnen luisteren. In staat zijn om zich in de relatief nabije toekomst te projecteren, pakweg vijf tot tien jaar. Het is ook belangrijk om te bouwen op de reeds aanwezige fundamenten, op wat de vorige voorzitters en medewerkers hebben verwezenlijkt. In een Stichting als deze is er enorm veel goede wil, veel menselijkheid ook. Het gaat niet om een cijfermatige winst, maar toch is er een zekere vorm van concurrentie en druk. We moeten efficiënt kunnen werken, maar de mentaliteit verschilt van die van een commerciële onderneming en dat moet vooral zo blijven. Als er veranderingen nodig zijn, dan moeten we die vastberaden, maar geleidelijk doorvoeren.”
Prof. Eric Van Cutsem: “Goede voorzitters zijn leiders en coaches van een geweldig team, dat een enkele missie nastreeft: de overlevingskansen van mensen met kanker en hun levenskwaliteit verbeteren. We moeten het hele team stimuleren en een netwerk creëren rond de Stichting, via de raad van bestuur, de directie, medewerkers en vrijwilligers. Maar ook door de banden te versterken met andere kankerbestrijdende organisaties. We hebben allemaal dezelfde intenties en doelstellingen. We willen innovatie en creativiteit aanmoedigen en faciliteren.
Voorzitters moeten beslissingen kunnen nemen, maar ook compromissen kunnen sluiten. Ons werk vereist goede luister- en communicatieve vaardigheden, en een uitgebreid sociaal en professioneel netwerk. Tot slot moeten we aanzienlijke budgetten als een ‘goede huisvader’ beheren. Hiervoor is diepgaand inzicht in de kankerzorg en in de toekomst van kankeronderzoek vereist. De oncologische zorg, de maatschappij en de wetenschap evolueren immers snel. Onze ervaring als onderzoekers is dus zeker een pluspunt.”
Prof. Pierre Coulie: “Inderdaad. Aangezien het grootste deel van de ingezamelde fondsen bestemd is voor kankeronderzoek, zorgen onze kennis en ervaring ervoor dat we kunnen verzekeren dat de beschikbare middelen worden ingezet waar ze het hardst nodig zijn. De selectiecriteria, de wetenschappelijke comités... die zaken moeten perfect functioneren. Onze donateurs moeten weten dat het geld dat zij geven wordt gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek van topniveau, dat op een dag tot een aanzienlijke vooruitgang tegen kanker zal leiden. Eric en ik moeten er dus voor zorgen dat wij op dit gebied onberispelijk functioneren.”
Prof. Eric Van Cutsem: “Erkend worden als een moderne organisatie, die een cruciale schakel is in de strijd tegen kanker en die gerespecteerd wordt voor de kwaliteit van haar werk. Omdat dat is wat patiënten en donoren verdienen. We willen wetenschappelijk onderzoek nog meer steunen, beter bijdragen aan kankerpreventie, beter communiceren over alle aspecten van kanker, het brede publiek mobiliseren voor de strijd tegen kanker, samenwerken met partners op dit terrein... En we willen ook meer rekening houden met de wensen van onze donateurs, het is tenslotte hun geld.”
Prof. Pierre Coulie: “Kankeronderzoek steunen, blijft onze prioriteit. Onze manier van communiceren aanpassen aan de nieuwe media is er ook een. Verder zullen we blijven focussen op Levensloop, op onze sociale acties, op de schoonheidsbehandelingen… Via dit soort initiatieven leren mensen de Stichting kennen, bouwen we relaties op en helpen we sommige patiënten persoonlijk. Het zijn ook zaken die in het hier en nu belangrijk zijn voor de samenleving. Kankeronderzoek richt zich op de groep mensen die binnen x aantal jaar kanker hebben, we moeten ook vandaag patiënten helpen.
Qua preventie is Tabakstop een goed voorbeeld. Nicotine is een drug. Stoppen met roken is zeer moeilijk. Zonder hulp slaagt slechts 5% van de rokers erin om te stoppen. Wie wil stoppen, heeft behoefte aan een luisterend oor, aan iemand die begrijpt wat hij of zij ervaart, iemand die tips geeft, steun en hulp biedt. Dit soort preventie-activiteiten creëert ook een blijvende band tussen het publiek en de Stichting. Bovendien zijn ze uitermate nuttig voor de samenleving. De Tournée Minérale is dan weer een goed voorbeeld van een preventie-actie die een positief imago uitstraalt. Dit is onze rol. En van dit soort ideeën hebben we er wel meer.”