Dat een gezonde voeding bij kanker belangrijk is, lijkt voor de hand te liggen. Toch is het niet altijd zo eenvoudig.
Gezonde voeding is altijd aan te bevelen. Toch blijkt in de praktijk dat mensen met kanker hun voedingsgewoonten van voordien beter zo lang mogelijk aanhouden. Een gewoonte veranderen, vraagt immers een inspanning, en een behandeling tegen kanker vraagt zo al genoeg energie van de patiënt.
Wie sowieso een gezonder lichaam wil, heeft er alle belang bij om gezonder te gaan eten. Voldoende water drinken (1 à 1,5 liter per dag) en dagelijks een aantal porties groente, fruit en volkorenproducten (bruin brood, volkorenpasta, bruine rijst,...) eten zijn belangrijke aandachtspunten. Op voorwaarde dat je dit met overgave doet, niet met tegenzin. Tegen je zin ‘gezond’ eten is verloren energie: het komt de voedingstoestand en ook de levenskwaliteit niet ten goede.
Het is net het behoud van een goede voedingstoestand dat zo belangrijk is in de strijd tegen de ziekte en voor het succes van de behandeling. Het behoud van een ‘goede’ voedingstoestand heeft dan ook alles te maken met het behoud van voldoende calorie- en eiwitinname. Dat die afkomstig zijn uit minder gezonde voeding, is in dit stadium van ondergeschikt belang.
Bepaalde klachten en bijwerkingen tijdens de behandeling kunnen het oude of gezonde voedingspatroon bemoeilijken. Een achteruitgang van de voedingstoestand kan snel tot gewichtsverlies leiden. Op zo’n moment is het vooral van belang om voldoende energie en eiwitten te blijven opnemen, en niet meteen de voorrang te geven aan gezond eten. Dit kun je doen door vooral te eten waar je zin in hebt, ook al zijn dat in die periode heel vaak minder gezonde of dezelfde dingen. Een andere aanpak bestaat erin om voor energierijke voeding te kiezen.