Vooralsnog blijft de enige indicatie voor het nemen van voedingssupplementen een aangetoond tekort aan een of meerdere stoffen. Zo’n tekort wordt vastgesteld door een bloedanalyse en kan het gevolg zijn van bijvoorbeeld een ziekte. Zo krijgen patiënten met botontkalking calcium en vitamine D voorgeschreven. Een dergelijke suppletie (aanvulling) moet steeds op advies van een arts gebeuren.
Ook na kanker wordt aangeraden de nodige voedingsstoffen en biologisch actieve stoffen op te nemen via de voeding, en niet via supplementen.
Tot voedingssupplementen worden ondermeer vitamines, mineralen, kruiden, planten en aminozuren gerekend. Cijfers tonen dat 25 tot 80% van de mensen bij of na kanker voedingssupplementen gebruikt.
Veelal worden voedingssupplementen ingenomen omwille van hun geconcentreerd gehalte aan biologisch actieve stoffen. Dat zijn een waaier van stoffen (meestal) in planten waaraan gezondheidsbevorderende eigenschappen worden toegeschreven. Ze oefenen vooral een antioxidatieve activiteit uit, zowel in de planten waaruit ze afkomstig zijn, als bij mensen.
Antioxidanten voorkomen oxidatieve schade (schade door zuurstof) aan lichaamsweefsels. Die schade wordt ondermeer in verband gebracht met kanker. Daarom denken heel wat mensen dat hoge doses antioxidanten via de voeding of via supplementen tegen kanker kunnen helpen beschermen. Maar klopt dat wel?
In sommige studies wordt gesuggereerd dat mensen die veel groenten en fruit - van nature rijk aan antioxidanten - eten, een verlaagd risico hebben op bepaalde kankers. En gezien mensen na kanker een hoger risico lopen om opnieuw kanker te ontwikkelen, is het voor ex-patiënten des te meer aangewezen voldoende groenten en fruit te consumeren.
Maar studies die de effecten onderzochten van voedingssupplementen, zijn beperkt voorhanden. De bestaande konden niet aantonen dat er een langere overleving was, en evenmin dat herval of een nieuwe kanker minder voorkwamen dan bij mensen die na kanker een gezond voedingspatroon rijk aan groenten, fruit, bonen en granen hadden gevolgd.
Hoe langer hoe meer rijst de vraag of voedingssupplementen met hoge doses van (een) specifieke stof(fen) wel veilig zijn. In een toenemend aantal studies zijn namelijk nadelige effecten aangetoond bij hoge of zogenaamde ‘boostdoses’: