WAAR
Bij kanker drink je beter geen alcohol. Wie graag eens een glaasje drinkt, beperkt zich best tot maximum 10 alcoholconsumpties per week (bv. 250 ml pilsbier, 100 ml wijn,...). Maar in de volgende gevallen is het nuttig gemiddeld minder dan 1 consumptie per dag of zelfs helemaal geen alcohol te consumeren:
- Veel chemotherapeutica worden verwerkt door de lever. Leverontsteking door alcohol tijdens de behandeling kan de nevenwerkingen doen toenemen.
- Sommige chemotherapeutica en bestraling ter hoogte van hoofd, hals en borst kunnen het mondslijmvlies doen ontsteken (ook stomatitis of mucositis genoemd). Dan kan alcohol de mond irriteren en de ontsteking doen toenemen. Bij mondslijmvliesontsteking is het daarom beter geen alcohol te drinken, zelfs kleine hoeveelheden kunnen al ontstekingen bevorderen. Bij elke behandeling die gekend is om haar hoog risico op zo’n ontsteking is het dus beter om vanaf het begin ervan geen alcohol te drinken. Vergeet niet dat ook bepaalde mondwaters hoge concentraties alcohol kunnen bevatten.
- Na de diagnose van kanker van mond- en keelholte, strottenhoofd en slokdarm consumeer je best helemaal geen alcohol meer. Alcohol verhoogt bij die kankers het risico op de ontwikkeling van een nieuwe kanker, vooral dan van dezelfde types. Hoe hoger de consumptie, hoe hoger het risico.
- Alcohol kan de hoeveelheid oestrogenen (ook wel vrouwelijke hormonen genoemd) doen toenemen, wat de kans op herval van hormoonafhankelijke borstkanker zou kunnen verhogen. Bijkomende studies moeten dit nog bevestigen. Tot nu toe lijkt dit vooral een probleem bij vrouwen met overgewicht. Concreet raden we vandaag aan om de alcoholconsumptie bij en na hormoonafhankelijke borstkanker te beperken tot gemiddeld minder dan 1 per dag.
- Bij de diagnose van lever, borst (vrouwen) en dikkedarm- en endeldarmkanker (mannen): alcohol zou het risico op een nieuwe kanker op deze plaatsen in de hand kunnen werken.
Hier lees je meer over voeding en alcohol bij kanker >>
